"Swaziland verslaafd aan voedselhulp"
Dit jaar hebben 665.000 inwoners van Swaziland voedselhulp nodig. Het kleine vorstendommetje op de grens tussen Zuid-Afrika en Mozambique telt nog geen miljoen inwoners. Swaziland is verslaafd aan noodhulp, zeggen critici, en de regering lijkt het probleem niet te zien.
James Hall . 12 maart 2008
De nieuwe schatting van het aantal Swazi’s dat honger dreigt te lijden, komt van minister van Financiën Majozi Sithole. Enkele maanden geleden ging het Wereldvoedselprogramma nog uit van 407.000 hulpbehoevenden. De voorspoedige regen die sinds het begin van het plantseizoen in november viel, deed zelfs de hoop ontstaan dat het aantal nog verder zou dalen.
De onverwachte stijging doet in Swaziland de wenkbrauwen fronsen. “We moeten uitvinden wat er precies aan de hand is”, zegt Charles Dlamini, die verantwoordelijk is voor de verdeling van voedselhulp Manzini, een regio in het midden van het land. “We horen immers dat donormoeheid wel eens de hulp kan verminderen die de Swazi’s nu in leven houdt.”
Boeren, hulpverleners en beleidsmakers hebben uiteenlopende verklaringen voor de extreme afhankelijkheid van voedselhulp. “Ik dring er al maanden op aan dat de mensen profiteren van de regen en volop beginnen te zaaien”, zegt Ben Nsibandze, de voorzitter van het Nationaal Comité voor Crisisbeheer. “De droogte is verleden tijd. Maar sommige boeren hebben schrik: ze herinneren zich hoe de neerslag vorig jaar opeens ophield, waardoor al hun werk voor niets bleek.”
Door de historische droogte van vorig jaar haalden boeren maar een vijfde binnen van hun normale oogst. In sommige gebieden leverden de velden helemaal niets op. De internationale gemeenschap sprong Malawi bij met voedselleveringen. “Mensen hebben onthouden dat ze zich geen zorgen moeten maken als de oogst tegenvalt”, zegt Dlamini. Daarom blijven ook nu veel velden braak liggen.”
Er zijn nog meer vooraanstaande Swazi’s die zich zorgen maken over de negatieve effecten van voedselhulp. “Het afhankelijkheidssyndroom brengt ons land om”, oordeelt het parlementslid Trusty Gina.
Zowat vier op vijf Swazi’s doen aan overlevingslandbouw. Wat ze met hun akkers doen, moeten ze afstemmen met plaatselijke chefs. Als de regen uitblijft, komen de meeste boeren snel in de problemen. Er zijn ook grote landerijen waar suikerriet en citrusvruchten worden geteeld, maar de lonen die de arbeiders er krijgen, liggen heel laag.
Door een opeenvolging van slechte jaren slaagt Swaziland er al decennia niet meer in zijn voedselbehoeften te dekken. In de jaren ’70 was het land nog een netto exporteur van levensmiddelen. Ook aids haalt de landbouwproductie omlaag. Een derde van de volwassen bevolking is besmet met HIV. Op veel plaatsen zijn er alleen bejaarden en kinderen over om de velden te bewerken.
Volgens minister van Ontwikkeling en Jongerenzaken Sipho Shongwe durven plaatselijke chefs de aantallen van mensen die voedselhulp nodig hebben ook overdrijven. De overschotten kunnen ze dan mooi verkopen.
Maar hulporganisaties betwijfelen of dat gesjoemel wijdverbreid is. “Aan wie zouden de chefs de noodhulp verkopen?” vraagt een medewerker van een VN-hulporganisatie. Ook de vertegenwoordigers van het Wereldvoedselprogramma in Mbabane gelooft dat de voedselnoden die in kaart worden gebracht door plaatselijke comités betrouwbaar zijn. Voor een deel bestaat de hulp ook uit warme maaltijden die meteen worden opgediend.
Kan Swaziland ooit verlost raken van zijn verslaving aan voedselhulp? “Eerst en vooral moet de politieke wil groeien om oplossingen te vinden”, vindt Dlamini. “Ik denk dat ook onze nationale leiders zich al niet meer storen aan de afhankelijkheid. Waarom moeite doen als de internationale gemeenschap toch met hulp over de brug komt? Voor onze leiders lijkt er geen crisis te zijn.”
Dat verklaart ook waarom een grote landbouwtop in augustus vorig jaar geen resultaten opleverde. Het ministerie van Landbouw had regeringsmedewerkers, bedrijven, hulporganisaties en boeren bijeengebracht om een antwoord te vinden op de aanhoudende voedseltekorten, maar tot op vandaag is er nog altijd geen rapport over de besprekingen gepubliceerd.
De onverwachte stijging doet in Swaziland de wenkbrauwen fronsen. “We moeten uitvinden wat er precies aan de hand is”, zegt Charles Dlamini, die verantwoordelijk is voor de verdeling van voedselhulp Manzini, een regio in het midden van het land. “We horen immers dat donormoeheid wel eens de hulp kan verminderen die de Swazi’s nu in leven houdt.”
Boeren, hulpverleners en beleidsmakers hebben uiteenlopende verklaringen voor de extreme afhankelijkheid van voedselhulp. “Ik dring er al maanden op aan dat de mensen profiteren van de regen en volop beginnen te zaaien”, zegt Ben Nsibandze, de voorzitter van het Nationaal Comité voor Crisisbeheer. “De droogte is verleden tijd. Maar sommige boeren hebben schrik: ze herinneren zich hoe de neerslag vorig jaar opeens ophield, waardoor al hun werk voor niets bleek.”
Door de historische droogte van vorig jaar haalden boeren maar een vijfde binnen van hun normale oogst. In sommige gebieden leverden de velden helemaal niets op. De internationale gemeenschap sprong Malawi bij met voedselleveringen. “Mensen hebben onthouden dat ze zich geen zorgen moeten maken als de oogst tegenvalt”, zegt Dlamini. Daarom blijven ook nu veel velden braak liggen.”
Er zijn nog meer vooraanstaande Swazi’s die zich zorgen maken over de negatieve effecten van voedselhulp. “Het afhankelijkheidssyndroom brengt ons land om”, oordeelt het parlementslid Trusty Gina.
Zowat vier op vijf Swazi’s doen aan overlevingslandbouw. Wat ze met hun akkers doen, moeten ze afstemmen met plaatselijke chefs. Als de regen uitblijft, komen de meeste boeren snel in de problemen. Er zijn ook grote landerijen waar suikerriet en citrusvruchten worden geteeld, maar de lonen die de arbeiders er krijgen, liggen heel laag.
Door een opeenvolging van slechte jaren slaagt Swaziland er al decennia niet meer in zijn voedselbehoeften te dekken. In de jaren ’70 was het land nog een netto exporteur van levensmiddelen. Ook aids haalt de landbouwproductie omlaag. Een derde van de volwassen bevolking is besmet met HIV. Op veel plaatsen zijn er alleen bejaarden en kinderen over om de velden te bewerken.
Sjoemelen met honger
Volgens minister van Ontwikkeling en Jongerenzaken Sipho Shongwe durven plaatselijke chefs de aantallen van mensen die voedselhulp nodig hebben ook overdrijven. De overschotten kunnen ze dan mooi verkopen.
Maar hulporganisaties betwijfelen of dat gesjoemel wijdverbreid is. “Aan wie zouden de chefs de noodhulp verkopen?” vraagt een medewerker van een VN-hulporganisatie. Ook de vertegenwoordigers van het Wereldvoedselprogramma in Mbabane gelooft dat de voedselnoden die in kaart worden gebracht door plaatselijke comités betrouwbaar zijn. Voor een deel bestaat de hulp ook uit warme maaltijden die meteen worden opgediend.
Kan Swaziland ooit verlost raken van zijn verslaving aan voedselhulp? “Eerst en vooral moet de politieke wil groeien om oplossingen te vinden”, vindt Dlamini. “Ik denk dat ook onze nationale leiders zich al niet meer storen aan de afhankelijkheid. Waarom moeite doen als de internationale gemeenschap toch met hulp over de brug komt? Voor onze leiders lijkt er geen crisis te zijn.”
Dat verklaart ook waarom een grote landbouwtop in augustus vorig jaar geen resultaten opleverde. Het ministerie van Landbouw had regeringsmedewerkers, bedrijven, hulporganisaties en boeren bijeengebracht om een antwoord te vinden op de aanhoudende voedseltekorten, maar tot op vandaag is er nog altijd geen rapport over de besprekingen gepubliceerd.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2793 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Column
-
Analyse
-
Analyse
-
Wereldblog