Produceren en consumeren binnen de begrensde ruimte van de planeet

Bevolkingspopulisme. Over de (ir)relevantie van de wereldwijde bevolkingsgroei

futureatlas.com (CC BY 2.0)

Ik ben recent vader geworden van een dochter. Dan verandert er iets in het leven. Mijn wedervaringen met slapeloze nachten en gelukhormonen die door het lijf gieren wil ik de MO*-lezer besparen. Interessanter zijn misschien de vragen die een kersverse vader zich stelt op de ochtendlijke treinreis. Hoe zal de wereld er uit zien waarin ze moet opgroeien? Zal ze evenveel kansen krijgen om er iets van te maken als ik? Deed ik er überhaupt wel goed aan om nog een levend wezen ter wereld te brengen (of daar toch aan te hebben bijgedragen) in tijden van klimaatontwrichting, grondstoffenschaarste en een populistische golf die zowel de oude als de nieuwe wereld overspoelt?

Dat gemijmer bracht me bij de vaststelling dat het demografische vraagstuk vandaag eigenlijk opvallend afwezig is in het ontwikkelingsdebat. De laatste VN-Wereldbevolkingsconferentie dateert al van 1994 en als je naar de titels van de rapporten van VN en Wereldbank kijkt, moet je enkele decennia teruggaan voor het over demografische trends ging.

“Demografisch populisme” legt alle schuld voor de wereldproblemen bij de overbevolking en plaatst daar als antwoord één of andere variant van strikte bevolkingscontrole tegenover.

Helemaal afwezig is het bevolkingsvraagstuk natuurlijk niet. In de marges van het debat hoor je vaak oprispingen van iets wat je “demografisch populisme” zou kunnen noemen dat alle schuld voor de wereldproblemen bij de overbevolking legt en daar als antwoord één of andere variant van strikte bevolkingscontrole tegenover plaatst. Ergens is dat natuurlijk verleidelijk. Neem nu de klimaatverandering. Die wordt door mensen veroorzaakt. Als je dus het aantal mensen vermindert, zal het klimaat er ook beter van worden. Maar met die redenering blijven er geen mensen meer over als alle problemen zijn opgelost.

Moeder van alle wereldproblemen

Dat de overbevolking de moeder is van alle wereldproblemen is een gedachte met een lange traditie. Ze gaat minstens terug tot het einde van de achttiende eeuw. Toen stelde de econoom én predikant Thomas Malthus vast dat het ‘vermogen van de mens tot bevolkingsgroei onbegrensd veel groter is dan het vermogen van de aarde om voor de mens een bestaan te produceren’. Malthus had dat vermogen van de mens om een bestaan te produceren echter danig onderschat. Door technologische vooruitgang, met name in de landbouw, bleef een Malthusiaanse bevolkingscrisis uit.

Toch bleef dat doembeeld onderhuids aanwezig in heel wat debatten over ontwikkeling. Vooral in de jaren ’50 en ’60 van vorige eeuw — een periode die zich inderdaad vooral in ontwikkelingslanden liet kenmerken door een eerder ongeziene bevolkingsgroei — bepaalde Malthus in zekere zin de agenda. Daarnaast was er de overtuiging dat hoge geboortecijfers heel wat schaars kapitaal wegleidden van de nodige investeringen en dus een rem waren op economische ontwikkeling. Beleidsmatig leidde dat tot een sterke focus op gezinsplanning al dan niet met respect voor de mensenrechten. Denk maar aan het Chinese één-kind-beleid.

In 1984 stelde de Wereldbevolkingsconferentie in Mexico dat ‘bevolkingsgroei als dusdanig een neutraal fenomeen is voor ontwikkeling’. Het helpt niet , maar het kan ook weinig kwaad, zoiets. Die redenering had een terugval in de steun voor gezinsplanning als gevolg. In de jaren 1990 kwam het opnieuw op de agenda toen men vaststelde dat het opmerkelijke succes van de Oost-Aziatische tijgers ook te maken had met hoge investeringsniveaus die volgden op een eerdere daling van de fertiliteit. Een andere vaststelling wees op een ‘demografisch dividend’ als gevolg van de verschuiving in de bevolkingspiramide bij een dalende fertiliteit. Daardoor wordt de actieve bevolking relatief groter dan de afhankelijke, jonge bevolking, met een economische boost als gevolg.

Stabilisering op komst

Sinds de Rio-conferentie aan het begin van diezelfde jaren 1990 echter is de ontwikkelingsuitdaging nog wat complexer geworden. We hebben het nu over vooruitgaan, maar dan binnen de fysische grenzen die de planeet stelt. Net in die context vindt dat ‘demografisch populisme’ een — wel ja — vruchtbare bodem. Om dat demografisch populisme het gras voor de voeten te maaien, kan het wellicht geen kwaad even naar de feiten te kijken.

De meest recente cijfers, gepubliceerd in het gerenommeerde tijdschrift The Lancet, tonen dat de gemiddelde fertiliteit wereldwijd is gedaald tot 2,4 kinderen per vrouw (in België zitten we met 1,6 trouwens ruim onder de vervangingsratio van 2,1). De Verenigde Naties voorspellen een nulgroei tegen het einde van deze eeuw op een niveau van om en bij de 11 miljard zielen.

Indien bevolkingspopulisten zich zouden laten leiden door logica, zouden ze beter pleiten voor collectieve euthanasie dan voor gedwongen anticonceptie.

Een stabilisering van de wereldbevolking dus, die het resultaat is van dalende kindersterfte door betere gezondheidszorg, toegang tot anticonceptie en meer vrouwen die onderwijs genieten en buitenshuis werken. Zo toonde Amartya Sen dat de Indiase deelstaat Kerala door een combinatie van investeringen in onderwijs voor meisjes en toegang tot anticonceptie dezelfde resultaten kon voorleggen als het Chinese één-kind-beleid. Wel krijgt de wereldbevolking nog een tijdje een boost door de stijgende levensverwachting. Indien bevolkingspopulisten zich zouden laten leiden door logica, zouden ze beter pleiten voor collectieve euthanasie dan voor gedwongen anticonceptie.

Is het dan voor het klimaat en het milieu geen goede zaak om de bevolking te laten krimpen? Ook hier stellen we vast dat de laatste decennia net die landen met de snelste bevolkingsgroei ook de traagste groei in emissies vertonen. Het probleem is dus niet de mens an sich, dan wel de manier waarop die mens leeft. Conclusie: eigenlijk is het niet zo erg dat demografie in het debat ontbreekt zolang het maar gaat over de verantwoordelijkheid van mensen voor wat ze consumeren en hoe ze produceren binnen de begrensde ruimte van de planeet.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2770   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Policy and Advocacy Manager bij Eurodad

    Jan Van de Poel is Policy and Advocacy Manager bij het Europese ngo-netwerk Eurodad. Hij is er verantwoordelijk voor het beleidswerk rond effectieve ontwikkelingshulp.

Met de steun van

 2770  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.