De drugsoorlog in Mexico

Het moeras van corruptie en kartels

Mexico sloot 2010 af met de trieste balans van elfduizend gewelddadige moorden –bijna veertig per dag. De regering-Calderón lijkt alle controle verloren over het geweld van de rivaliserende drugskartels en criminele bendes. Terwijl ook de ordediensten elkaar wantrouwen, zakt de staat weg in een moeras van straffeloosheid, corruptie en groeiende armoede.

  • www.flickr.com/photos/frecuenciaspopulares (CC BY-NC-SA 2.0) 30 leden van het Cartel del Golfo werden door het leger aangehouden in deelstaat Tamaulipas, september 2010 www.flickr.com/photos/frecuenciaspopulares (CC BY-NC-SA 2.0)
  • www.flickr.com/photos/frecuenciaspopulares (CC BY-NC-SA 2.0) Ignacio Páez Soto, alias Nacito Páez, werd aangehouden in deelstaat Nogales op verdenking van drugstrafiek en mensenhandel, september 2009 www.flickr.com/photos/frecuenciaspopulares (CC BY-NC-SA 2.0)

Mexicaans ochtendjournaal op een zaterdag in december: ‘Edgar Jiménez Lugo, alias El Ponchis, is aangehouden in Morelos door militairen van Zone 24. Hij is overgeleverd aan de federale gerechtelijke diensten van Morelos en vervolgens overgebracht naar de hoofdstad. El Ponchis werkte als huurmoordenaar voor het Kartel van de Zuidelijke Pacific.’ Edgar is veertien en werd samen met zijn twee zussen gearresteerd. Zijn specialisatie als huurmoordenaar: onthoofden en castreren. De taak van de twee zussen: de lijken op straat gooien.

Het nieuwsbulletin vervolgt met een verhoor van de jongen, afgenomen door de gerechtelijke politie. ‘Hoeveel mensen heb je vermoord? Vier. Hoe? Door onthoofding. Hoe voelde dat? Slecht. Waarom deed je dat? Ze dwongen me daartoe. Ze zegden dat ze me anders zouden vermoorden. Ik heb me gedrogeerd met marihuana en wist niet wat ik deed. Waarom meng je je in deze zaken? Ik heb me hier niet in gemengd, ze hebben me meegesleurd toen ik mijn stiefmoeder wilde bezoeken. Sinds wanneer draai je mee in dat wereldje? Sinds mijn elfde.’ Het is een nieuwsflash als een andere –een van de talloze gruwelscènes die de Mexicanen met de regelmaat van de klok in de maag gesplitst krijgen.

Sinistere epidemie

2010 was zonder meer het meest gewelddadige jaar in de Mexicaanse drugsoorlog. Elfduizend mensen stierven een gewelddadige dood als slachtoffer van de netwerken en criminele bendes. Elk jaar gaat het dodental in stijgende lijn. De teller staat op dertigduizend sinds Felipe Calderón vier jaar geleden aantrad als president. Het onderzoeksinstituut voor Internationale Conflicten van de Universiteit van Heidelberg, Duitsland, noemt in zijn conflictbarometer de situatie in Mexico ronduit een echte oorlog.

Geen enkele revolutie in Mexico heeft zoveel doden geëist, noch de onafhankelijkheidsstrijd van begin de negentiende eeuw, noch de Mexicaanse revolutie van 1910. Het gaat om een oorlog zonder ideologie of politieke doelen, een strijd enkel en alleen om gigantische geldsommen, kortstondige en extreme luxe en kicks. Vooral in de deelstaten Chihuahua (Ciudad Juarez), Sinaloa, Coahuila, Tamaulipas, Nuevo León, Guerrero (Acapulco) en Michoacán gaat het er hard aan toe, maar ook Oaxaca en Chiapas raken verstrikt in de clusters van de kartels.

Een siddering ging door het hele land toen op 25 augustus 2010 in San Fernando, Tamaulipas, een macabere ontdekking werd gedaan: de lichamen van 72 ongedocumenteerde migranten op doorreis naar de VS werden er aangetroffen in een loods. Ze waren vermoord door de Zetas. Onder alle criminele bendes zijn die wel de meest te duchten. Hun naam spreekt voor zich: ‘Na de Z komt er niets meer.’ De Zetas zijn deserteurs van de Mexicaanse elitetroepen, aangevuld met gewezen speciale eenheden van het Guatemalteekse leger. Aanvankelijk werkten ze als privéhuurlingen voor het Golfkartel, het drugskartel uit Tamaulipas, maar sinds begin 2010 opereren ze als een zelfstandige entiteit in de drugshandel en bekampen ze hun vroegere broodheren van het Golfkartel.

Het waren ook de Zetas die op 16 december 2010 in Ixtepec (Oaxaca) de “migrantentrein” overvielen die vanuit Arriaga in Chiapas op weg was naar het noorden. In Mexico doorkruisen jaarlijks zo’n 140.000 ongedocumenteerde migranten het land, in de hoop de VS te bereiken. De voorbije drie jaar werden ze steeds vaker het slachtoffer van drugsgerelateerd geweld en van ontvoeringen door drugsbendes, die losgeld eisen of mensen vermoorden om aan rivaliserende bendes te tonen dat zij in dat territorium heer en meester zijn.

Op heel wat plaatsen in Mexico is een normaal leven onmogelijk geworden. In de beruchte stad Ciudad Juárez, aan de grens met de VS, denken sommige inwoners eraan om in bunkers te gaan wonen om aan het geweld te ontkomen.

In zeven deelstaten (Chihuahua, Coahuila, Nuevo León, Sonora, Tamaulipas, Baja California en Durango) kregen buitenlandse studenten eind augustus 2010 de goede raad Mexico te verlaten –waaronder ook Belgische studenten van de universiteiten van Leuven, Antwerpen en Luik. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken gaf de opdracht aan zijn consulaat in Monterey om alle landgenoten terug te roepen aangezien noch de politie, noch de veiligheidsdiensten de toestand onder controle konden houden.

Spreken of zwijgen

In de chaos van het Mexicaanse drugsgeweld spelen de media een onmisbare maar tegelijk controversiële rol. Volgens de Mexicaanse Mensenrechtencommissie behoort het beroep van journalist tot de meest risicovolle beroepen in Mexico. De afgelopen tien jaar zijn in Mexico 66 journalisten vermoord –45 in de vier jaar dat Calderón president is.

In Mexico-Stad ontmoet ik Darío Ramírez, directeur van Artikel 19. De naam van zijn organisatie verwijst naar het artikel in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens over vrije meningsuiting en toegang tot informatie. Ramírez: ‘We hebben de afgelopen maanden de meest bloedige beelden te zien gekregen. Onthoofde lijken, opgehangen aan bruggen langs de weg; uiteengespatte, bebloede lichamen na de explosie van een bomauto. De media zijn niet opgeleid om met zoveel geweld om te gaan en realiseren zich niet wat de impact van al die gruwelscènes is op de bevolking.’

Volgens Ramírez gaat het sinds 2004 bergaf met de vrije meningsuiting. De Mexicanen hadden gehoopt dat er onder president Vicente Fox eindelijk iets zou veranderen. Fox kwam in 2000 aan de macht nadat de Institutioneel Revolutionaire Partij (PRI) in Mexico zeventig jaar lang de scepter had gezwaaid. De hoop leefde dat de oude structuren van de PRI-heerschappij zouden doorbroken worden en er een overgangsproces naar echte democratie op gang zou komen. Maar met Fox’ opvolger Felipe Calderón werd het allemaal nog veel erger. Ramírez: ‘In 2006 besluit Calderón het leger over heel het land uit te zetten. Dat veroorzaakte een schokgolf –Mexico heeft immers nooit militaire dictaturen gekend. Calderón wilde de confrontatie aangaan met de georganiseerde misdaad, maar het leger heeft geen strategieën om de burgerbevolking te beschermen.’ Het resultaat was dat journalisten, mensenrechtenactivisten en burgemeesters vermoord en vervolgd werden, zowel door de ordediensten –al dan niet in opdracht van de regering– en het leger of de politie, als door de georganiseerde misdaad.

De media zijn de speelbal van de verschillende partijen. Journalisten die nieuws brengen over de georganiseerde misdaad, de acties van leger en politie en de slachtoffers die daarbij vallen, staan steeds meer onder druk van de ordediensten –bij uitbreiding de regering– én de kartels. Begin december 2010 barstte de mediabom tussen Televisa, de grootste Mexicaanse nieuwszender, en het weekblad Proceso –een van de meest kritische bladen– dat systematisch over de drugsoorlog heeft bericht. Televisa pakte in zijn journaal uit met de “getuigenis” van El Grande, een kopstuk van een van de kartels, gevangengenomen in september 2010 maar nadien vrijgelaten als beschermde getuige. El Grande verklaarde dat journalist Rodrigo Ravelo, de drugsspecialist van Proceso, 36.000 euro van hem had aangenomen, om in ruil daarvoor niet langer over hem te schrijven –geen verdere commentaar of achtergrondinfo. Uitgerekend op de dag van El Grande’s tv-getuigenis heb ik een afspraak met journalist Ricardo Ravelo van Proceso. Ik tref een opgewonden en verontwaardigde redactie aan.

Ravelo: ‘Die verklaring is laster en opgezet spel, tegen Proceso en tegen mezelf. Het is duidelijk een politieke slag als reactie op de artikels die wij brengen over de drugsnetwerken. Maar ik ga daarom niet ophouden met schrijven. Ik wil op een professionele manier blijven doen wat ik tot nu toe altijd gedaan heb.’ Volgens Ramirez van Artikel 19 is door El Grande’s getuigenis de reputatie van journalist Ravelo wel beklad. Ramirez: ‘Bovendien wordt hij nu een doelwit voor de rivaliserende kartels, die veronderstellen dat Ravelo voor El Grande werkt.’

Niet onbelangrijk: Televisa wordt gezien als een tv-zender gepatroneerd door president Calderón. En in voorgaande edities van Proceso had Ravelo de nauwe banden bovengespit tussen uitgerekend Calderón en het kartel van El Grande. Was het tv-nummertje over Ravelo een afrekening?

De kritiek op Calderóns aanpak groeit jaar na jaar, maar tegelijkertijd wordt die kritiek ook steeds meer de mond gesnoerd. Censuur leidt uiteindelijk ook tot zelfcensuur. Journalisten houden ermee op te onderzoeken of vragen te stellen over de corruptie, de drugshandel, de georganiseerde misdaad en haar illegale activiteiten, omdat het risico te groot is en ze erg kwetsbaar zijn. Ramirez heeft het over zogenaamde “zwarte gaten” of “stiltegebieden” waar nauwelijks nog informatie vandaan komt. Ze situeren zich vooral in het noorden van het land, in Sinaloa, Durango, Tamaulipas, Michoacán…

Een recenter gegeven is dat de kartels journalisten omkopen om voor hen te werken. Of ze stappen zelf naar de media met een tekst of video en eisen om die te publiceren. Journalisten hebben het over ‘schrijven met het pistool tegen je slaap’.

In de zomer van 2010 veroorzaakte Pedro Torres, hoofdredacteur van de krant El Diario van Ciudad Juárez, enige opschudding toen hij zich openlijk overleverde aan het lokale kartel, nadat voor de derde keer op rij een medewerker van zijn krant vermoord was. ‘Ik heb de indruk dat de autoriteiten geen enkele greep meer hebben op de situatie’, verklaarde Torres. ‘Wij zijn een samenleving overgeleverd aan geweld. Ik ga me dan maar richten tot de feitelijke machthebbers, de kartels, om uit te maken wat ik doe en wat ik niet doe.’

Wanneer de media de gebeurtenissen niet meer coveren, is er nog altijd de blog van de narco’s zelf. Op de website www.blogdelnarco.com (mét automatische vertaalfunctie in 52 talen!) vertellen ze onomwonden over hun “heldendaden”. Er is in Mexico zelfs een hele narcocultuur gegroeid, met liederen en films over deze zwarte parallelwereld.

Gezocht: huurmoordenaar

Samen met de netwerken groeit in Mexico ook de voedingsbodem voor de kartels. Steeds meer kwetsbare slachtoffers vallen in handen van de drugsnetwerken en hun criminele bendes. Het verhaal van de veertienjarige Edgar is geen alleenstaand geval. De georganiseerde misdaad rekruteert volop onder kinderen en jongeren. Uit een recent rapport van de parlementscommissies Publieke Veiligheid en Ondersteuning aan Jongeren blijkt dat 25.000 tot 30.000 jongeren tussen de dertien en de vijfentwintig jaar werken als huurmoordenaar. Volgens een meisje van dertien dat werd aangehouden in Tabasco bestaan er opleidingskampen van de Zetas waar jongeren vuurwapens leren hanteren en trainen voor man aan man gevechten. Ook in andere deelstaten in het noorden en zuiden –in Oaxaca, Michoacán en Guerrero– bestaan zulke kampen.

Mexico kampt met een realiteit van kinderen die economisch en seksueel worden uitgebuit en verwaarloosd. Experts schatten de jaarlijkse inkomsten uit kinderprostitutie in Mexico op 17 miljard euro –een bedrag dat alleen overtroffen wordt door de drugshandel. Volgens de ngo Catwalc (Coalición Regional contra el Trafico de Mujeres y Niñas en America Latina) is Mexico ’s werelds grootste producent van kinderporno, nummer drie in de “consumptie” ervan en nummer vijf in de mensenhandel verbonden aan kinderporno. Uit een rapport van het Netwerk voor de Rechten van het Kind (Redim) dat in november 2010 is vrijgegeven, blijkt dat tussen 2000 en 2008 niet minder dan 2442 kinderen zijn vermoord. Negen op de tien moorden gebeurden tussen 2005 en 2008.

Toenemende armoede

Ondanks de financiële crisis van 2008 is de armoede in Latijns-Amerika gedaald. Maar niet in Mexico, integendeel. Tussen 2006 en 2009 is de armoede er met 3,1 procent toegenomen, aldus een rapport van de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en de Cariben (Cepal). In 2009 kromp de Mexicaanse economie zelfs met 6,5 procent. 4,4 miljoen Mexicanen werden opnieuw in de armoede gestort. Een op drie Mexicanen leeft vandaag in armoede, een op tien in extreme armoede.

Toen de PAN, de liberale partij van huidig president Calderón, in 2000 met Vicente Fox aan de macht kwam, was Mexico de negende grootste economie ter wereld, vandaag de veertiende. De werkloosheid steeg onder Calderón van 3,58 procent naar 5,7 procent, maar volgens de UNAM (Universidad Nacional Autónoma de Mexico) is het reële cijfer 15,3 procent. De migratie is toegenomen doordat het economisch steeds moeilijker werd om te overleven. Zeven op de tien rurale gemeentes in Mexico kampen met een dramatische ontvolking. Vooral in Veracruz en Oaxaca is de situatie alarmerend, stelt de Nationale Bevolkingsraad (Consejo Nacional de Población, Conapo) in het rapport De demografische situatie in Mexico 2010. Het gevolg is een drastische daling in landbouwactiviteiten. Bovendien heeft het beleid van de afgelopen jaren landbouw ook nog eens afgeremd en onmogelijk gemaakt. Toen Mexico in 1994 toetrad tot de vrijhandelsassociatie met Canada en de VS (de Nafta), werden de Mexicaanse boeren uit de markt geconcurreerd. Bovendien wordt de plattelandsbevolking op verschillende plaatsen, vaak met geweld, onder druk gezet om hun gemeenschappen te verlaten opdat grootse ontwikkelingsprojecten gerealiseerd kunnen worden. Vooral in de landengte (el Istmo) in het zuiden van het land (Oaxaca en Chiapas) moet de lokale bevolking wijken voor het zogenaamde Plan Puebla Panama –een mix van infrastructuurprojecten, stuwdammen, windmolenparken en mijnbouwactiviteiten.

Flikkenoorlog

De kritiek op de aanpak van de regering-Calderón is algemeen. Journaliste Claudia Herrera Beltrán van de Mexicaanse krant La Jornada wijst erop dat er in de vier jaar Calderón meer dan 18 miljard euro is uitgegeven aan de strijd tegen de georganiseerde misdaad. Die heeft dertigduizend mensenlevens gekost maar totaal geen zoden aan de dijk gebracht. Voor elke vermoorde drugshandelaar staan er twee of meer nieuwe op. En bij de ontmanteling van een kartel flakkert meteen de strijd tussen de rivaliserende kartels weer op, met territorium en netwerken als inzet.

De internationale drugshandel schoot al wortel in Mexico van bij het prille ontstaan, begin jaren zestig. Maar sinds de kartels in Colombia begin jaren negentig in elkaar stortten, is Mexico de nieuwe hotspot. Intussen gaat die handel al lang niet meer alleen over cocaïne en marihuana, maar ook over heroïne en synthetische drugs. Er wordt niet alleen verhandeld, maar hoe langer hoe meer ook geconsumeerd in eigen land.

Toen Felipe Calderón in 2006 aan de macht kwam, greep hij meteen naar de zware middelen en zette het leger uit om de toestand onder controle te krijgen. Of was het om zijn eigen macht te consolideren? Bij de verkiezingen, waarin Calderón het opnam tegen de kandidaat van de PRD (Partij van de Democratische Revolutie), Andrés Manuel Lopez Obrador, was er immers maandenlang onrust wegens geruchten over fraude.

De alomtegenwoordige militaire aanwezigheid in Mexico bracht tal van problemen met zich mee. Het leger had geen ervaring met drugsbestrijding, en evenmin met het omgaan met de burgerbevolking. Bovendien leeft in Mexico een grote rivaliteit tussen de verschillende ordediensten, tussen het leger en de politie, tussen de deelstaatpolitie, de gemeentepolitie en de federale politie. Bovendien zijn al die eenheden bijzonder vatbaar voor omkoping door de georganiseerde misdaad. In plaats van samen te werken, treden de verschillende ordehandhavingsdiensten met elkaar in concurrentie. Ook de inlichtingendiensten vertrouwen elkaar niet en geven geen informatie door, waardoor de Mexicaanse inlichtingendienst veeleer afhangt van Amerikaanse input dan van die van haar eigen instanties.

De intense samenwerking tussen Mexico en de VS in de strijd tegen drugs ging in 2007 van start met het Plan Merida. De VS zegden daarvoor ruim een miljard euro toe, al is dat bedrag er nooit volledig gekomen aangezien ook de VS inzagen dat de aanpak helemaal de mist ingaat. Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton zei begin september 2010 dat Mexico steeds meer gelijkenissen vertoont met het Colombia van de jaren negentig. Ze noemde wat er in Mexico en Centraal-Amerika aan de gang is –de operaties van de kartels deinen immers steeds meer uit naar de buurlanden– een echte “opstand”.

Volgens een aantal Amerikaanse ambassadetelexen die recent uitlekten op de klokkenluiderswebsite Wikileaks vinden de VS het Mexicaanse leger ‘traag, sloom en bang om risico’s te nemen’ en betwijfelen ze heel sterk dat Mexico de strijd kan winnen. De belangrijkste zwakte, aldus de uitgelekte telexen, ligt in de rivaliteit tussen de veiligheidsdiensten, de veralgemeende officiële corruptie en het duidelijke onvermogen van het leger om bewijzen te leveren dat ze de arrestanten ook berecht. De Amerikaanse ambassadeur in Mexico, Carlos Pascual, geeft vooral Sedena (Secretaría de Defensa Naciona, de administratie van Defensie) een veeg uit de pan. De corruptie en de straffeloosheid zijn algemeen. Slechts twee procent van de misdaden wordt onderzocht. Ambassadeur Pascual noemde Mexico dan ook onverbloemd ‘de volgende falende staat’. Dat viel in Mexico uiteraard niet in goede aarde.

De volgende falende staat?

President Felipe Calderón stelt dat het beeld van falende staat een foute perceptie is en doet er alles aan om dat imago bij te stellen. ‘Kijk naar Brazilië. Ook dat land kampt met drugkartels, maar de Brazilianen zijn fier op hun land’, verdedigt Calderón zich.

Balbina Flores van Reporters Zonder Grenzen in Mexico ziet weinig perspectief. ‘Sinds Zedillo (PRI-president van 1994 tot 2000) hebben de narco’s alle lagen van de samenleving doordrongen. Tot in het presidentiële paleis van Los Pinos. En ze zijn er niet meer weggegaan.’ Toen de PRI in 2000 van de troon werd gestoten, waren de verwachtingen hoog gespannen. Flores: ‘Maar de liberale PAN van Fox en Calderón is geen alternatief gebleken. En vandaag is de PRI zich al aan het voorbereiden om voor 2012 terug aan de macht te komen.’ Ziet Flores nog een teken van hoop? ‘Zeker niet van bovenaf. Politieke partijen hebben hun geloofwaardigheid verloren. De burgers moeten zich opnieuw het land eigen maken en de toekomst van het land in veilige banen leiden. Maar iedereen is bezig met overleven en moet daar al zijn energie in stoppen.’

Volgens José Narro Robles, rector van de Mexicaanse universiteit UNAM en een erg gerespecteerde figuur, is ‘het niveau van armoede, ongelijkheid, onwetendheid en sociale uitsluiting in Mexico onhoudbaar geworden en is er dringend nood aan een andere openbare politiek’. Het huidige model is uitgeput, aldus de rector in een recente toespraak.

Porfirio Muñoz Ledo treedt de rector bij. Hij is parlementslid van de Arbeiderspartij PT (Partido del Trabajo) en auteur van het boek De radicale weg voor de hervorming van de republiek. Muñoz Ledo: ‘De kwalen die ons land in de greep hebben, gaan veel dieper dan een slecht politiek of economisch beleid. Ze zijn het resultaat van een volledig ontspoord project als staat, dat regelrecht afstevent op decadentie op alle domeinen van de publieke sfeer. Een situatie die overeenstemt met wat men een “falende staat” noemt. Alleen een “herstichting” van het land kan het tij keren. Op de agenda voor die wederopbouw staan taken zoals het herstel van de rechtstaat, de structuur van de staat, een herziening van de politieke partijen, maar vooral ook het garanderen van de sociale rechten, meer gelijkheid, duurzaamheid en welzijn.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Latijns-Amerika & ecologie
    Alma De Walsche schrijft over ecologische thema’s, van klimaat- en energiebeleid, over landbouw- en voedsel tot transitie-initiatieven en baanbrekers. Ze volgt al enkele decennia Latijns-Amerika, met een speciale focus op de Andeslanden.

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.