Duurzame borstenbusiness

Baanbreker

Ondernemers kunnen de wereld redden, volgens het boek “Allemaal sociaal 3.0”, maar sociale ondernemers lopen vaak tegen de rekenmuur van banken en andere investeerders wanneer ze op zoek zijn naar kapitaal. Boops-‘n-Burps liet zich niet ontmoedigen. ‘Sociaal ondernemen is allesbehalve voor prutsers.’

  • CC Flavio Correia Lima (CC BY-NC-ND 2.0) Roeline Ham: 'Ik vind dat een vrouw opnieuw moet leren vertrouwen op haar instincten, en producten die inspelen op angsten van moeders komen er dus bij ons niet in. Ook al loop ik daardoor maandelijks wellicht duizenden euro’s mis.’ CC Flavio Correia Lima (CC BY-NC-ND 2.0)
  • CC Alessandro Conti (CC BY 2.0) CC Alessandro Conti (CC BY 2.0)

Dat haar zaak vandaag nog bestaat, dankt Roeline Ham aan een sociaal investeringsfonds. De traditionele banken wilden niet investeren in haar bedrijf. Boobs-’n-Burps biedt producten en diensten aan om borstvoeding aantrekkelijker en toegankelijker te maken, ook voor moeders uit kwetsbare groepen. Niet commercieel genoeg, kreeg ze te horen. ‘Je zou de zaak net moeten omdraaien bij een kredietaanvraag: wat is de maatschappelijke meerwaarde van je project? Geen? Jammer, dan ook geen krediet.’

Nee, het is geen doorsneekantoor waar Roeline Ham onderdak heeft gevonden. Dat ligt deels aan het pand zelf: een uitstulping van een oud klooster in Groot-Bijgaarden, met de obligate trappen, kleine hokjes, zolderkamertjes én uitzicht op de Brusselse ring als toetje.

Borsten zijn al een vijftal jaren de corebusiness van Roeline

Dat het geen gewoon kantoor is, ligt minstens evenzeer aan de aankleding: foto’s van blote borsten zijn er prominent aanwezig, zij het haast altijd met een drinkende baby of peuter aan de borst. Dat hoeft, hoe onconventioneel ook, niet te verbazen: borsten zijn al een vijftal jaren de corebusiness van Roeline. Niet omdat er met die borsten nu zo veel centen te rapen vallen, wel omdat ze het op een mooie dag volledig had gehad met de mooie baan, het dito loon en maatschappelijk aanzien waar ze toen op kon terugvallen.

Innovatief, maar ongewenst

‘Ik wil iets betekenen, iets nuttigs doen tijdens mijn korte aardse bestaan. Ik ben mijn carrière gestart bij een groot Bel-20-bedrijf, maar het gebrek aan maatschappelijke meerwaarde en zingeving in mijn werk begon toen al vrij snel te knagen. Ook toen ik duurzaamheidsmanager werd, bleef ik op de basismissie van het bedrijf botsen: de aandeelhouderswaarde opdrijven. Ik veroordeel die niet eens, maar ik voelde me er nooit echt gelukkig bij. Dat is gewoon wie ik ben. Wilde ik dit pad dan nog dertig jaar blijven bewandelen?’

Ik ondervond aan den lijve wat een gedoe en geloop dat toch is als je borstvoeding wilt geven

‘Toen ik tijdens een loopbaanonderbreking in New York in contact kwam met een onderneemster die van de promotie van borstvoeding haar levenswerk had gemaakt, ging er een nieuwe wereld voor me open. Na mijn terugkeer heb ik ontslag genomen, en mezelf zes maanden de tijd gegeven om na te denken. Ik kreeg toen in relatief korte tijd een tweede en een derde kindje, en ondervond aan den lijve wat een gedoe en geloop dat toch is als je borstvoeding wilt geven. Zo is het idee verder gerijpt. Geld vinden om die eerste winkel te financieren, bleek een helse opdracht: een totaal nieuw concept, kleinhandel, in volle crisisperiode, daar zaten de banken niet echt op te wachten. Ondanks alle mooie praatjes over het stimuleren van starters en ondernemerschap.’

Ze leerde ze zes jaar geleden, toen Boobs-’n-Burps in de steigers stond, allemaal kennen: de banken, de praatjes, de smoezen. En het brengt haar tot een wat bittere conclusie. ‘Als je echt innovatief bent, of een maatschappelijk probleem aankaart waar nog niemand anders oog voor heeft, dan heb je als startende ondernemer niets te zoeken bij de traditionele banken. Alle banken zijn we afgegaan met ons idee. 100.000 euro startkapitaal hadden we nodig, 40.000 euro zouden we zelf bij elkaar harken. Het businessplan was netjes uitgetekend, de slides stonden klaar. Professioneler dan dat kon het niet. En jawel, ze vonden ons stuk voor stuk heel sympathiek. Maar enkele weken later kwamen ze allemaal terug uit het kredietcomité met dezelfde boodschap: “Het spijt ons, maar we kunnen jullie jammer genoeg geen centen lenen.” Veel meer uitleg kregen we daar doorgaans niet bij. Voor 100.000 euro draait een bank haar hand niet om. Het bedrag was zelfs te klein om zelf ons project te mogen verdedigen. We kwamen nergens verder dan de lokale kantoordirecteur, die beleefd naar ons luisterde en ons hele plan netjes in een standaardformulier goot, om het vervolgens door te sluizen naar het kredietcomité. Waarna we dan telkens het deksel op de neus kregen.’

Duidelijke filosofie

Roeline snapt het ergens wel: de invloed van borstvoeding op het latere voedingspatroon van kinderen, de maatschappelijke impact daarvan en de besparingen die je daardoor later in de gezondheidszorg kunt realiseren, dat laat zich natuurlijk niet zomaar in een rekentabel gieten. ‘Ik onderneem vanuit een soort maatschappelijke missie. Mijn bedrijf is vooral een instrument om dat doel te bereiken. Als ik gewoon wilde ondernemen om centen te verdienen, dan had ik beter een blitse kledingwinkel kunnen openen. Iets wat een bepaalde bank me letterlijk suggereerde.’

Met flesvoeding valt er natuurlijk net iets meer geld te verdienen dan met borstvoeding, dus wordt het jonge moeders heel gemakkelijk gemaakt om naar de fles te grijpen

‘Met flesvoeding valt er natuurlijk net iets meer geld te verdienen dan met borstvoeding, dus wordt het jonge moeders heel gemakkelijk gemaakt om naar de fles te grijpen, vanuit een puur economische logica. In mijn ogen klopt dat niet. Ik stelde toen vast dat er in België eigenlijk geen winkels bestonden die de jonge mama’s vanuit een duidelijke filosofie alles aanboden wat ze nodig hadden, van speciale kleding over stijlvol ondergoed tot afkolfapparaten in alle mogelijke maten. Je kunt dat natuurlijk wel overal bij elkaar gaan sprokkelen, maar hoeveel vrouwen willen dat nog doen, als ze hoogzwanger zijn?’

‘In New York was ik me gaan verdiepen in borstvoeding en de impact daarvan op de latere voedingsgewoonten van kinderen. Zo leerde ik onder meer dat de voeding die zuigelingen voorgeschoteld krijgen, heel bepalend is voor hun latere voedingspatroon. In Nederland heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu berekend dat, mochten negen op de tien Nederlandse moeders borstvoeding geven tot de leeftijd van zes maanden, de Nederlandse overheid jaarlijks 10 miljoen euro zou besparen aan uitgaven in gezondheidszorg.’

‘Het probleem is dat alleen de overheid daar beter van wordt, en dat die geen partij is voor de multinationals die ons én de artsen flesvoeding aanpraten, en bestoken met gratis staaltjes. Zo werkt het nu eenmaal. Ik ga niemand iets opdringen. Alleen zullen we potentiële klanten wél vertellen hoe aangenaam het kan zijn om twee of drie goed zittende bh’s te hebben als je borstvoeding wilt geven. Of een discreet T-shirt dat je toelaat je kind de borst te geven zonder dat iemand over je schouder meegluurt.’

‘Hebben sommige vrouwen daar helemaal geen probleem mee, dan is dat ook goed voor mij. Als ik aan mijn medewerksters één ding wil overbrengen, dan is het wel eerlijkheid en authenticiteit. Vanuit die insteek moeten ze onze klanten proberen te helpen om ook niet zo snel met borstvoeding te stoppen. De meeste vrouwen starten daar vanuit volle overtuiging en met goede moed mee, maar worden dan snel geconfronteerd met praktische problemen en ongemakken. Want weet wel: een verkeerd gekozen afkolfmachine is eerder een marteltuig dan een hulpmiddel.’

Niemand beslist natuurlijk plots zomaar om een sociaal ondernemer te worden, maar die zoektocht naar de sociale impact zat wel van meet af aan in ons concept.

Argumenten bij de vleet en overtuigingskracht te over, maar het mocht allemaal niet baten: banken geloofden niet in haar concept. En erger nog, ze konden haar eigenlijk niet echt duidelijk maken waar het dan wrong, wat ze nu precies zou moeten aanpassen aan haar businessplan. ‘Een bepaalde bank is zelfs ons huis komen taxeren, om te kijken hoeveel garanties ze eventueel konden krijgen, mochten ze ons die 100.000 euro daadwerkelijk lenen. Maar zie, ons huis was niet genoeg waard in hun ogen, en dus hadden ze de stok gevonden om de hond te slaan: geen lening, driewerf helaas. Al die afwijzingen hebben me nooit doen twijfelen aan ons concept, maar ik heb pas later beseft dat wij in het vakje “sociaal ondernemers” thuishoorden. Niemand beslist natuurlijk plots zomaar om een sociaal ondernemer te worden, maar die zoektocht naar de sociale impact zat wel van meet af aan in ons concept.’

Ten einde raad belandden Roeline en echtgenoot Frédéric bij Triodos Bank. Waar ze meteen het gevoel hadden eindelijk thuis te komen. ‘We waren toen al langs geweest bij Family, Friends and Fools, en Triodos heeft ons het resterende bedrag geleend. Een kleine bank waar het sociaal ondernemen hoog in het vaandel staat en waar we voor het eerst de decision makers zelf konden overtuigen van ons businessplan en onze missie. Wat later, toen we onze eerste winkel hadden geopend en daarmee meteen flink wat mediabelangstelling oogstten, kregen we prompt enkele commerciële jongens van de traditionele grootbanken over de vloer: dat we altijd welkom waren als we wilden praten. De schaamteloosheid ver voorbij dus.’

Vers geld voor nieuwe winkels

In 2012, toen er plannen op tafel lagen om enkele nieuwe winkels te openen, moest Boobs-’n-Burps opnieuw op zoek naar vers geld. Het bedrijf bestond toen al een tweetal jaar, had zijn levensvatbaarheid al bewezen, maar opnieuw vingen Roeline en Frédéric bot bij de traditionele  banken.

‘Toen we onze balans op tafel legden, werd het al vrij snel heel concreet. We zouden veel rendabeler kunnen zijn mochten we die sociale impact vergeten. Die cursussen rond borstvoeding die we gratis aanbieden, konden we die niet laten vallen? Jaarlijks wellicht goed voor minstens 30.000 euro extra. En onze verkoopsters, in wie we behoorlijk investeren en die een sleutelrol spelen bij het goed informeren van de klanten, konden we die niet vervangen door schoolverlaters van negentien met een diploma technisch onderwijs op zak? Alweer goed voor een besparing van ettelijke tienduizenden euro’s per jaar.’

De vroedvrouwen, het goed opgeleide winkelpersoneel, het vormt allemaal een essentieel onderdeel van het hele concept. Maar dat concept, daar hadden de banken dus weer geen geld voor veil.

‘De conclusie was dus vlug gemaakt: met de pure business zat het wel goed, maar die personeelskosten, daar zouden we jaarlijks toch minstens 10 procent in moeten knippen. Idem dito voor de opleidingskosten, dat paste echt niet in het traditionele retailrekenblad. Opnieuw hadden ze er niets van begrepen: de vroedvrouwen, het goed opgeleide winkelpersoneel, het vormt allemaal een essentieel onderdeel van het hele concept. Maar dat concept, daar hadden de banken dus weer geen geld voor veil.’

‘Heel toevallig ben ik toen in contact gekomen met het SI2 Fund, en dat gesprek is zowat het hoogtepunt uit mijn ondernemersbestaan tot nu toe. Eindelijk iemand die ons begreep. Iemand die er zelfs nadrukkelijk op aandrong dat we zouden blijven investeren in het maatschappelijke luik en   daarin zelf wilde investeren.’

‘Toen ze beslisten om met ons in zee te gaan, hebben we onze sociale missie zwart op wit op papier gezet en daar concrete objectieven aan verbonden, zoals toegang tot kwalitatieve afkolfapparaten én aangepaste begeleiding voor minder kapitaalkrachtige vrouwen, binnen een welomschreven termijn. Sindsdien werken we volop aan meetbare maatstaven en criteria die kunnen aantonen dat we echt een sociale return on investment hebben. Daarvoor werken we nu bijvoorbeeld samen met een aantal academische partners, vanuit het idee dat een bedrijf als dit een soort dashboard nodig heeft waaruit duidelijk blijkt waar we staan, financieel én maatschappelijk. Toegegeven, dat is aanvankelijk wat zoeken en tasten, omdat sociale impact nu eenmaal niet altijd even gemakkelijk meetbaar is, maar sommige objectieven kunnen we vandaag al in een rekenblad gieten.’

De cijfers doen er bij ons meer toe dan bij een zuiver commercieel bedrijf. Wij moeten net een deel van ons  rendement opzij kunnen zetten om het te investeren in onze maatschappelijke doelstellingen.

‘Het SI2 Fund – dat ons intussen al tweemaal van vers kapitaal heeft voorzien – mag dan wel een sociaal investeringsfonds zijn, het blijft voor alles een investeringsfonds, met de daaraan verbonden rapporteringen, raden van bestuur, noem maar op. En geloof me vrij: de cijfers doen er bij ons zelfs veel meer toe dan bij een gewoon zuiver commercieel bedrijf. Wij moeten net een deel van ons  rendement opzij kunnen zetten om het te investeren in onze maatschappelijke doelstellingen.’

‘We moeten dus bovenmatig goed presteren om die maatschappelijke meerwaarde, boven op onze gewone bedrijfsvoering, te kunnen bieden. We krijgen geen halve euro subsidie, en we zijn excellente resultaten en optimale transparantie verschuldigd aan het sociale investeringsfonds dat ons krediet wil verschaffen. Sociaal ondernemen is allesbehalve voor prutsers. En om heel eerlijk te zijn: waren we de mensen van het SI2 Fund niet tegen het lijf gelopen, we hadden vandaag wellicht niet meer bestaan.’

CC Alessandro Conti (CC BY 2.0)

 

Geen ruimte voor sociale impact

De conclusie is even duidelijk als pijnlijk: binnen het bestaande bancaire kredietsysteem is er weinig  of geen ruimte voor bedrijven die een sociale, maatschappelijke impact beogen, omdat die impact zich zo moeilijk laat meten, niet meteen in pasklare beoordelingstabellen past die vervolgens door de bancaire molen kunnen worden gedraaid.

‘Het is me de voorbije jaren pijnlijk duidelijk geworden dat niemand dan achteraf de verantwoordelijkheid durft te nemen om af te wijken van het systeem, en zelf het licht op groen te zetten voor een financiering. Banken zijn, tenminste wat dat betreft, gewoon heel risicoavers. Innovatieve projecten moeten bij voorkeur ruiken naar technologie, en minstens vlotjes becijferbaar zijn, anders val je tussen de mazen van het net. Terwijl we vandaag, als we de maatschappelijke context bekijken, de zaak net zouden moeten omdraaien bij een kredietaanvraag: wat is de maatschappelijke meerwaarde van je project? Geen? Jammer, dan ook geen krediet.’

Als we de maatschappelijke context bekijken, moeten we de zaak omdraaien bij een kredietaanvraag: wat is de maatschappelijke meerwaarde van je project? Geen? Jammer, dan ook geen krediet.

‘Ikzelf volg vandaag meer dan ooit mijn overtuiging. Ik kan onze winkels zo volproppen met producten waarvan ik zeker weet dat ze over de toonbank zullen vliegen, maar die ik niet wil verkopen omdat ik er niet achter sta.’

‘Neem nu de instrumenten die moeten meten hoeveel melk de borsten op een gegeven moment bevatten: bedrijven spelen daarmee gewoon in op de angst bij alle jonge moeders dat hun kind niet voldoende voedsel binnenkrijgt. Want als een kind dat borstvoeding krijgt, huilt, “dan heeft het zeker niet genoeg gehad”. Je reinste onzin natuurlijk. Ik vind dat een vrouw opnieuw moet leren vertrouwen op haar instincten, en die dingen komen er dus bij ons niet in. Ook al loop ik daardoor maandelijks wellicht duizenden euro’s mis.’

En toch: vandaag telt Boobs-’n-Burps vijf borstvoedingswinkels en twee webwinkels, en heeft Roeline net een deal afgesloten met het Partena-ziekenfonds.

‘Zij hebben besloten om voortaan zelf geen dienstverlening rond borstvoeding meer aan te bieden, maar dat volledig naar ons door te schuiven. Dat is alvast een fijne stap in de goede richting. Als je echt impact wilt hebben, dan lukt dat natuurlijk veel beter met pakweg tien winkels dan met eentje. Vier jaar terug openden we onze eerste Boobs-’n-Burps in Dilbeek, en die winkel draaide meteen bijzonder goed. Ik had het perfect daarbij kunnen laten, maar dan zou mijn maatschappelijke impact beperkt zijn gebleven tot de actieradius van die ene winkel, terwijl het vanaf dag één duidelijk was dat we inspeelden op een grote maatschappelijke behoefte. Vorig jaar namen we ook de Franse webshop mamaNANA over. Niet vanuit strategisch-commerciële overwegingen, wel omdat mamaNANA onze filosofie deelde: borstvoeding moet aantrekkelijker worden gemaakt. Het Franse bedrijf zat in lastige papieren, en ik wilde niet dat het zou verdwijnen. Vergelijk het met een architect die een waardevol gebouw opkoopt om te vermijden dat het onder de sloophamer zou belanden.’

Dit artikel is een voorpublicatie uit Allemaal sociaal 3.0. Kunnen ondernemers de wereld redden? door Steven Serneels, Piet Colruyt, Marieke Huysentruyt, Johan Moyersoen en Filip Michiels. Het boek verscheen deze week en is uitgegeven door Manteau. 224 blzn. ISBN 978 90 2233 235 1  

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.