Onderwijs in Madagaskar is geen evidentie

Naar school ondanks alles: ‘Kan je ons niet aan werk in Europa helpen?’

© Jago Kosolosky

Twee leerkrachten van het team van Bruno Ratsimanohatra kijken toe hoe de leerlingen zich verzamelen.

In Madagaskar, een van de armste landen ter wereld, is naar school gaan geen evidentie. Slechts een kwart van de kinderen van middelbare schoolleeftijd zit op de schoolbanken, meer dan 35 procent van de volwassen bevolking is analfabeet, en de zeldzame hoogopgeleiden ontvluchten het eiland.

‘Er is enorm veel vraag naar technisch opgeleide jongeren in Madagaskar dus ik begrijp het niet.’ Bruno Ratsimanohatra beklaagt zich over het feit dat zijn overheid enkel staatsscholen steunt en het private onderwijs in de kou laat staan. De goedlachse veertiger is al vier jaar directeur van de plaatselijke Don Boscoschool in het bloedhete Mahajanga, in het minder welvarende noorden van Madagaskar. Maar het gebrek aan steun voor hem en zijn achtentwintig leerkrachten maakt hem kwaad en doet zijn kinderlijke lach verdwijnen.

Jongens van zestien tot tweeëntwintig jaar oud volgen op zijn school een twee- of driejarige technische opleiding met verschillende mogelijke specialisaties zoals koeltechnieken, een opleiding waar in het tropische klimaat veel vraag naar is. Die afdeling van de school heeft een ijsmachine aangekocht en verkoopt momenteel ijs aan lokale vissers. Eigen inkomsten zijn cruciaal voor het voortbestaan van de opleiding.

Religie, rede en affectie

Bruno legt het pedagogische principe van de Don Boscoscholen uit, ‘le système préventif’. Drie pijlers zijn cruciaal: religie, rede en affectie. ‘Hier leven de leerkrachten samen met de leerlingen.’ Die kernwaarden staan discipline niet in de weg, de jongeren tonen een uniek respect voor hun leerkrachten. Dat er ook veel plaats is voor sport en spel, helpt ongetwijfeld om de energie van de leerlingen te kanaliseren.

De directeur spreekt minachtend over het système répressif dat de staatsscholen volgens hem toepassen, maar ziet een hoopgevende evolutie. Aangezien veel van de meer dan 2500 oud-leerlingen intussen lesgeven in het staatsonderwijs, verandert het hele systeem.

Het kost de leerlingen vandaag 18.000 ariary per maand (minder dan 5 euro) om school te lopen. ‘Ongeveer 80.000 franc’, zegt Bruno. De Malagassische ariary, die een jaar na de onafhankelijkheid in 1960 al circuleerde, verving de franc definitief in 2005. Maar net als in België hoor je hier nog vaak de oude munt over de tongen gaan, zeker indien je niet in een van de elf dialecten van het Malagassisch naar een bedrag vraagt, maar in het Frans.

Het is kenmerkend dat alle prijzen in Madagaskar, zelfs het inschrijvingsgeld voor scholen, per maand worden uitgedrukt. In een land gekweld door armoede — in 2012 leefde meer dan 70 procent van de bevolking onder de armoedegrens — is langetermijndenken een luxe. Madagaskar behoort tot tien armste landen ter wereld, met een bruto binnenlands product per inwoner in 2017 van rond de 450 dollar (in België ligt het bbp per inwoner boven de 43.000 dollar).

Het relatief lage inschrijvingsgeld is enkel mogelijk door buitenlandse steun. De Don Boscoscholen in Madagaskar krijgen steun uit België dankzij VIA Don Bosco, een ngo die in 2017 nog meer dan 445.000 euro in projecten in het land investeerde, geld afkomstig van de Belgische overheid én eigen middelen zoals giften en legaten. De school is flexibel en wie niet kan betalen, kan soms klusjes doen om het ontbrekend bedrag te compenseren, al moet de school soms toch leerlingen de deur wijzen. Directeur Bruno denkt aan het opzetten van een kortere vorming die slechts enkele maanden in beslag neemt ‘want de meeste jongens willen geld en willen dus snel aan de slag’.

‘Ik studeer zodat ik bij mijn kinderen kan zijn’

Bahadouraly Christiana Haingonirina volgt zo’n kortere vorming die al bestaat bij de gemengde Don Boscoschool uitgebaat door de Zuster van Don Bosco in Mahajanga, een school die ook gesteund wordt door VIA Don Bosco. Ze studeert om banketbakker te worden zodat ze thuis deegwaren kan verkopen.

Madagaskar behoort tot tien armste landen ter wereld, met een bruto binnenlands product per inwoner in 2017 van rond de 450 dollar

Bahadouraly is een atypische studente want ze is al vijfendertig jaar oud en staat er alleen voor met drie kinderen. De opleiding duurt drie maand en ze krijgt twee dagen per week les. ‘Elke dag bestaat uit twee uur theorieles en vier uur praktijk. Ik studeer zodat ik van thuis kan werken en bij mijn kinderen kan zijn.’ De opleiding kost haar 25.000 ariary of iets meer dan 6,5 euro per maand.

Wat er gebeurd is tussen Bahadouraly en haar man? Ze haalt haar schouders op en lacht alsof het een vreemde vraag is. Ze zei toch al dat ze alleen voor de kinderen zorgt? ‘Hij besliste om te vertrekken, ik kon niets doen.’ Waar armoede heerst, vluchten mannen voor hun familiale verantwoordelijkheden, het lijkt wel een natuurwet. Bahadouraly slaagde er via de rechtbank gelukkig wel in de vader van haar kinderen te laten bijdragen voor hun opleiding en voeding. Die vijfenzestig euro per maand helpt het gezin overleven. ‘Ik ga ook naar school zodat ik mijn kinderen later zélf kan opleiden.’

Voetbal en piano

Achter een van de grote loodsen waarin de leerlingen van Bruno Ratsimanohatra les volgen zonder ik me even af met Amsine (20) en Elersene (21). De boezemvrienden zijn afkomstig uit hetzelfde dorp, ongeveer een bootreis van een dag verwijderd van Mahajanga, en volgen de specialisatie koeltechnieken. De jongens zijn zeer tevreden over de opleiding. Na ons gesprek ontspannen ze zich. ‘Kan je ons niet aan werk in Europa helpen? Ik ben een goede voetballer en hij speelt piano.’

Het machtsonevenwicht tussen de vrienden en mezelf, slechts enkele jaren ouder, verontrust me. Ik spreek niet alleen als buitenlands journalist met hen in het Frans, in tegenstelling tot het Malagassisch, maar mijn fysieke verschijning speelt ook een rol. Een paar dagen later zullen enkele weeskinderen nog giechelend wegrennen nadat ze met beide handen tevergeefs een kuit van me probeerden te omringen. De inwoners van Madagaskar zijn erg klein en mager en ik schrik duidelijk sommige mensen af. ‘Kan je ons helpen?’ Ik vertel Amsine en Elersene dat het een goed idee is om naar de universiteit te gaan. Ik herinner me niet meer wie de voetballer is en wie de pianist.

Het bezoek aan Madagaskar werd mogelijk gemaakt door VIA Don Bosco, een Belgische ngo die in het land projecten steunt om kansarme jongeren te begeleiden naar waardig werk en een beter leven.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Hoofdredacteur MO*

    Jago Kosolosky (°1991) staat sinds 1 augustus 2020 aan het hoofd van MO* en MO.be. Hij volgde Gie Goris op, hoofdredacteur van MO* van bij het ontstaan van de publicatie in 2003.

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.