‘Een andere thuistaal helpt om het Nederlands beter onder de knie te krijgen’

Liefde voor één taal sluit de liefde voor een andere taal niet uit

USDE / Flickr (CC BY 2.0)

Helpen we meertalige kinderen vooruit door hen te verplichten één taal te spreken op school? Verbetert hun Nederlands door hen het spreken van andere talen te verbieden? Maken ze vooruitgang in het Nederlands als we hen er steeds aan herinneren dat ze het nog niet goed genoeg kunnen?

Recent dreigde Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts met het afnemen van kindergeld van ouders wier kinderen in de derde kleuterklas het Nederlands niet voldoende kennen. Het kan niet op begrip rekenen bij Merel Overloop die een tijdlang taalbegeleiding van jonge kinderen deed. ‘De kennis van het Nederlands verbetert niet door het spreken van andere talen te verbieden.’

Op een dag opende ze de deur met een beteuterd gezicht. Naar goede gewoonte vroeg ik met opgewekte toon hoe het met haar ging. Ze haalde haar schouders op en keek naar de grond.

Het was een dag uit mijn vierjarig begeleidingstraject van een lagereschoolmeisje in Lokeren. Elke week gingen wij vier jaar lang samen aan de slag met haar huiswerk voor de volgende dagen. Van het eerste cijferen in het derde leerjaar tot aan de grote eindtoetsen in het zesde leerjaar volgde ik haar schooltraject op de voet.

Ze woonde in een Vlaamse stad, maar had Turkse roots. Ze sprak Turks thuis en Nederlands op school. En door die combinatie had ze het soms wat moeilijk met de Nederlandse woordenlijsten die ze wekelijks moest instuderen voor school. Daar wilde ik haar graag bij helpen.

Mijn tweede vraag was daarom zoals steeds: ‘Waar is je boekentas?’. En daar vond ik die dag de oorzaak van haar mistroostige gezichtje. ‘Je Nederlands moet beter,’ las ik op haar rapport, ‘werk eraan!’

Communicatie als sleutel tot succes

Doorheen die vier jaar heb ik me vaak vragen gesteld bij de communicatie van de school naar haar overwegend meertalige leerlingen. Na even doorvragen, bleek dat de meester haar in dit geval geen enkele uitleg bij die opmerking had gegeven, en dat zij het vervolgens als een totale afbreuk van haar taalvaardigheid in het Nederlands had opgevat.

Een positieve opmerking over meertaligheid opent zoveel meer deuren tot leerkansen dan de negatieve variant ervan, ontdekte ik.

Hoe verwachtte de leraar dat een kind van tien jaar aan deze opdracht zou beginnen als hij haar er zonder enige tips of handvaten mee aan het werk zette? En had de meester trouwens ook niet even kunnen meegeven dat het eigenlijk al geweldig is dat ze twee talen kan spreken terwijl haar klasgenootjes zonder migratieachtergrond er maar één hoeven te spreken?

Bovendien had de meester ook wel eens kunnen benadrukken dat haar punten voor Frans – haar derde taal – wél schitterend waren.

Wat eerder dat jaar was ze boos. Huiswerk maken ging niet goed die dag, nergens had ze zin in en alles was ‘saai en stom’.

Hoewel het die dag leek alsof ze boos was op heel de wereld, bleek haar boosheid uiteindelijk toch op één welbepaalde persoon geconcentreerd te zijn: een juffrouw op school. De juf had haar straf gegeven omdat ze Turks had gepraat op de speelplaats. Tegen haar eveneens Turks sprekende neef nota bene. Haar neef die haar had staan uitschelden in het Turks en waarop zij gereageerd had om zichzelf te verdedigen.

Niet dat de juffrouw dat had kunnen of moeten verstaan, maar ze had misschien wel even om uitleg kunnen vragen. Ze had kunnen erkennen dat deze kinderen zich vlotter kunnen uitdrukken tegen elkaar in een taal die zij nu eenmaal niet verstaat. Als de juf dat had gedaan, had ze misschien begrepen wat het probleem was en de situatie op een andere manier aangepakt.

Omarm de thuistaal

Op die twee dagen zat ik ’s avonds aan tafel met een boos en verdrietig kind dat geen zin meer had om haar best te doen op school en niet meer wilde inzien waarom ze niet gewoon Turks kon praten op school.

Veel vaker dan die twee dagen, heb ik alle truken uit de kast moeten halen om de Nederlandse taal toch aan haar verkocht te krijgen. Met spelletjes, luisterverhalen, boeken en bibliotheekbezoeken ging ik aan de slag. Ik leerde wat werkte en wat niet werkte voor haar. Week na week. Jaar na jaar.

Helpen we meertalige kinderen vooruit door hen te verplichten één taal te spreken op school? Verbetert hun Nederlands door hen het spreken van andere talen te verbieden?

Een positieve opmerking over meertaligheid opent zoveel meer deuren tot leerkansen dan de negatieve variant ervan, ontdekte ik bijvoorbeeld. ‘Waarom moet ik Nederlands leren, de meester kan toch ook Turks leren?’, vroeg ze me een keer. En daar stond ik met mijn mond vol tanden. ‘Je hebt gelijk’, biechtte ik haar op, ‘maar jij kan al goed Nederlands en de meester kan nog helemaal geen Turks. Dus jij bent eigenlijk veel slimmer dan de meester, maar dat heeft hij niet door, dat weten wij tweeën alleen maar.’ En dat meende ik niet alleen oprecht, het toverde ook een glimlach op haar gezicht.

Blijf op de hoogte

Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en blijf op de hoogte van het mondiale nieuws
Voeg daaraan toe dat ze wel veel plezier haalde uit het leren van gloednieuwe woordjes in het Frans en haar best deed om ook wat Koreaans te leren uit de K-popliedjes waar ze zo’n fan van was, en ik kreeg plots een tevreden kind dat besefte dat ze maar liefst drie – naar eigen zeggen zelfs vier – talen kon spreken.

Helpen we meertalige kinderen vooruit door hen te verplichten één taal te spreken op school? Verbetert hun Nederlands door hen het spreken van andere talen te verbieden? Maken ze vooruitgang in het Nederlands als we hen er steeds aan herinneren dat ze het nog niet goed genoeg kunnen? Ik denk het niet.

Een taal leren omdat het moet, is één ding. Een taal met volle goesting leren, is een heel ander verhaal. Als we willen dat iedereen in onze Vlaamse samenleving vlot Nederlands spreekt, dan moeten we misschien beginnen met een gunstiger klimaat te creëren om de taal aan te leren.

Onderzoekers aan meerdere Vlaamse universiteiten en hogescholen hebben al uitgelegd dat een thuistaalvriendelijk schoolklimaat er niet alleen voor kan zorgen dat meertalige leerlingen zich beter in hun vel voelen, ook kan de thuistaal helpen om het Nederlands beter onder de knie te krijgen.

Taalliefde kan groeien

Vier jaar nadat ik voor de eerste keer de moeilijke Nederlandse woorden die zelfs ik in mijn dagelijkse leven amper gebruik aan haar probeerde uit te leggen, begeleid ik haar niet meer. Ze heeft de overstap gemaakt naar het middelbaar en koos voor de studierichting moderne talen. Vier jaar geleden had ik wel de hoop dat ik haar een beetje liefde voor haar tweede taal – het Nederlands — zou kunnen bijbrengen. Met veel geduld, veel pogingen en veel verwijzingen naar haar eigen thuistaal.

Maar toen ze mij met een glimlach haar studiekeuze meedeelde, glom mijn hart van trots. Zou het kunnen dat mijn geduld en volharding dan toch iets opgeleverd hebben? En zouden we als maatschappij niet wat meer geduld en volharding kunnen opbrengen dan? Geduld in de zin van meer tijd en begrip voor meertalige kinderen. Volharding in de zin van blijven inzetten op methodes die wel werken, bijvoorbeeld doordat de thuistaal ook een plaats krijgt in het leerproces.

De liefde voor één taal sluit de liefde voor een andere taal niet uit. Meer zelfs, ze moedigen elkaar aan en doen iemands taalvaardigheid in beide talen groeien.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.