Abu Dhabi kiest als eerste OPEC-lid voor schone energie

Abu Dhabi, een van de Verenigde Arabische Emiraten, zit bovenop ongeveer 8 procent van de wereldwijde oliereserves en haalt het overgrote deel van het bruto binnenlands product uit de verkoop van fossiele brandstoffen. Maar in tegenstelling tot de meeste andere OPEC-leden ziet het emiraat hernieuwbare energiebronnen niet langer als een bedreiging.

Op de World Future Energy Summit, die deze week in Abu Dhabi gehouden wordt, liet het weten tegen 2020 7 procent van de nationale energiebehoefte uit hernieuwbare bronnen te willen halen. Naar alle verwachting zal het die doelstelling vooral halen dankzij het gebruik van zonne-energie, maar het blijft ook geïnteresseerd in windenergie en geothermische energie, het opwekken van stroom met warmte in de aardkorst. De schone energie moet een interne markt van 6 tot 8 miljard dollar creëren.

“Natuurlijke evolutie”

Volgens Sultan Al Jaber, baas van het staatsfonds Masdar dat de doelstelling moet realiseren, is het helemaal niet zo vreemd dat de oliestaat overschakelt op duurzame energie. Het is een “natuurlijk evolutie” om de positie van Abu Dhabi als energieleverancier van de wereld te behouden, aldus Al Jaber. Het is bovendien een goede manier om de economie diversifiëren en het emiraat een groener imago aan te meten om meer toerisme aan te trekken.

De groene inspiratie komt volgens verschillende bronnen van de Britse prins Charles, die nauwe banden onderhoudt met het koningshuis van Abu Dhabi. Charles is ook al peter van een project dat de eerste klimaatneutrale stad ter wereld in Abu Dhabi moet bouwen. Het staatsbedrijf Masdar investeert ook in een windenergieproject voor de kust van het Britse Kent, dat het grootste ter wereld wil worden.