Activisten willen aanleg omstreden pijpleiding Peru vertragen

Mensenrechtenorganisaties en milieuactivisten hebben met een laatste noodkreet het Amerikaanse ministerie van Financiën opgeroepen de goedkeuring van de aanleg omstreden pijpleiding in Peru uit te stellen. De definitieve beslissing over omstreden project valt een dezer dagen, maar volgens waarnemers is het onderzoek dat de IDB deed naar de milieu-effecten een lachertje.


Het Camisea-project wil door middel van een 1.100 kilometerlange pijpleiding gas uit de Amazone via het Andesgebergte naar Lima transporteren. Met het megaroject is 1,6 miljard dollar gemoeid. Milieugroepen vrezen echter dat het laatste stukje ongerepte Amazone, nu nog een vrijhaven voor geïsoleerde indianenstammen, eraan zal moeten geloven. Bij het project is een consortium van private en overheidsbedrijven betrokken, waaronder Pluspetrol uit Argentinië en Hunt Oil uit Texas. De Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) financiert het project.

Gisteren (donderdag) stuurden tegenstanders van de pijpleiding een brief naar het Amerikaanse ministerie van Financiën, dat Washington vertegenwoordigt in de IDB. De brief werd onder andere ondertekend door Amazon Watch, Friends of The Earth (FoE) en Environmental Defense (ED). Zij vinden dat het project niet voldoet aan de voorwaarden die de bank stelde voor de toekenning van 75 miljoen dollar aan directe leningen. De IDB steunt ook een syndicaatlening ter waarde van 60 miljoen dollar.

De afgelopen twee weken stuurden ook Oxfam America, The Nature Conservancy en het Wereld Natuur Fonds brieven waarin zij wezen op voorwaarden waaraan niet wordt voldaan. De regering van George W. Bush heeft volgens de groepen de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat aan de criteria voldaan wordt, omdat zij aandrong op aanscherping van de voorwaarden toen de lening van de bank in september vorig jaar werd goedgekeurd. ”De regering moet de financiering vertragen, zolang niet aan alle voorwaarden is voldaan,” zegt Jon Sohn van Friends of The Earth.

Onder druk van milieugroeperingen en parlementsleden, onthield de regering zich afgelopen september van stemming. Veel tegenstanders hadden verwacht dat het ministerie van Financiën ‘tegen’ zou stemmen. Vooral omdat de Amerikaanse Export-Import Bank, met het oog op milieuschade, een verzoek van het Camiseaconsortium voor een lening van 214 miljoen dollar afwees.

Met het ontwikkelen van het gasveld in de Amazone kan Peru de komende dertig jaar 4 miljard dollar aan energiekosten besparen. Daarnaast zijn er naar verwachting extra inkomsten uit export. De pijpleiding loopt echter dwars door een paar van de meest afgelegen junglegebieden ter wereld, inclusief het Nahua-Kugapkakori Reservaat. Daar leven een paar honderd leden van inheemse bevolkingsgroepen die vrijwel elk contact met de buitenwereld mijden en die nauwelijks immuun zijn tegen externe ziekten.

Toen Shell in de jaren tachtig het gebied verkende, stierf bijna de helft van de Nahuastam aan griep en kinkhoest. Volgens antropologen en activisten hebben contractanten van het Camiseaproject de afgelopen jaren de lokale bevolking welbewust blootgesteld aan infectiegevaar. Zij baseren dit op cijfers over ongewoon hoge sterftecijfers onder sommige inheemse bevolkingsgroepen de afgelopen twee jaar.

Grotere inheemse bevolkingsgroepen klaagden de afgelopen jaren over verminderde visvangst in beekjes en meren. Dit zou een gevolg zijn van bodemerosie en landverschuivingen die de aanleg van de pijpleiding langs steile hellingen in de Andes met zich meebrengt. Het gebrek aan vis veroorzaakt een toenemende ondervoeding, vooral bij kinderen.

Zowel de Peruaanse overheid als de projectleiders zeggen dat er maatregelen worden genomen om deze negatieve effecten te verminderen. Ze hebben 7 procent van de opbrengsten van het project gereserveerd voor bewoners in de omgeving van de pijpleiding.

De IDB heeft de regering en projectleiding geadviseerd over hoe de schade voor de lokale bevolking en het milieu te beperken is en vervolgens een aantal voorwaarden verbonden aan de leningen. De bank concludeert op grond van een stafrapport dat aan die voorwaarden werd voldaan. Milieugroeperingen wijzen er echter op dat de Wereldbank, de Amerikaanse Overzeese Private Investeringscoöperatie (OPIC) en de Export-Import Bank zich alledrie gedistantieerd hebben van het project, met het argument dat het rapport inadequaat is.

Op sommige punten zouden de voorwaarden zelfs zijn afgezwakt, om de voortgang niet te belemmeren. Zo is er geen onderzoek geweest naar de fabriek en marineterminal, wat wel tot de voorwaarden behoorde. Een passage over de verplichting van de overheid om een programma te ontwikkelen dat de gevolgen voor gemeenschappen in kaart brengt, bleek geschrapt. De auteurs van het IDB-rapport zouden in een aantal gevallen eenvoudigweg oude informatie opnieuw gerangschikt hebben, zonder nieuwe onderzoeksgegevens toe te voegen. (JS/MM)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.