Europa: militaire macht of vredeskracht?

De contouren van een nieuw Europees veiligheidsbeleid tekenen zich af nu het Verdrag van Lissabon verder vertaald wordt in concreet beleid. Dat produceert nieuwe kansen, maar het zou nook kunnen leiden tot veel grotere invloed van de wapenindustrie op het Europees beleid.
  • Pieter Teirlinck (Vrede vzw) MO*debat in De Centrale in Gent Pieter Teirlinck (Vrede vzw)
Ludo De Brabander (Vrede vzw) stelde gisteren op een MO*debat in De Centrale te Gent dat het Lissabonverdrag resulteert in een gemilitariseerde Europese Unie. Hij leest dat vooral in de passage van het Verdrag die stelt dat de lidstaten hun militaire capaciteit moeten versterken. De Brabander vreest ook dat dit leidt tot het inzetten op een Europese interventiecapaciteit elders en tot steeds meer civiel-militaire vermenging, waarbij ontwikkelingshulp minder ingezet wordt om de ontwikkelingsbehoeften van mensen te beantwoorden, en meer om in het kader van militaire operaties (zoals in Afghanistan) de hearts and minds van de lokale bevolking te winnen.
Wouter De Vriendt (Groen!) was het grotendeels eens met de analyse van De Brabandere, maar liet de mogelijkheid open dat het versterken van de capaciteit zou kunnen betekenen: het versterken van de coördinatie. Als Europa dankzij Lissabon ook op veiligheidsvlak met één stem kan spreken, dan vindt De Vriendt dat eerder een vooruitgang.
Dirk Van der Maelen (sp.a) wijst erop dat een rijk continent als Europa moet beginnen met investeren in “preventieve capaciteit”, zodat conflicten voorkomen worden. Europa heeft ook een grote en gewaardeerde civiele capaciteit. Pas als die middelen niet volstaan, kan en moet er ook militaire capaciteit zijn, volgens Van der Maelen. Ook om de eigen economische belangen te verdedigen tegenover bijvoorbeeld zeepiraterij. Van der Maelen is er wel niet gerust op, gezien de koppeling die men maakt tussen Europees veiligheidsbeleid en de Navo, het risico dat de hele Unie meegezogen wordt in de logica van de grote landen en door het achterblijven van investeringen in de soft power van de Unie. ‘De Europese legers hebben meer muzikanten dan de Europese landen diplomaten hebben. Dat toont hoe scheef de investering van middelen zit.’
Sam Vanuytsel (kamerfractie medewerker CD&V) wijst op het feit dat het Europees veiligheidsbeleid een zaak van 27 autonome staten is, en dat veranderingen dus niet snel zullen gaan. Vanuytsel was het wel eens met de stelling dat de defensie-industrie ongezond veel invloed krijgt op het beleid. Wat de vermenging van ontwikkeling en defensie betreft, hamerde Vanuytsel er vooral op dat dit debat de volgende jaren nog sterk in belang zal toenemen, en dat het volgens hem een complex probleem is.
Het thema van de verhouding tussen civiele en militiare operaties en investeringen keerde later op de avond terug als het ging over de ISAF-operatie in Afghanistan. Zowel Wouter De Vriendt als Stijn Van Bever (Pax Christi) beweerden dat een deel van 12 miljoen ontwikkelingshulp die België aan Afghanistan geeft gebruikt wordt voor het Provincial Reconstruction Team in Kunduz –een poging van de Navo-geleide buitenlandse militairen om ook op humanitair terrein actief te zijn. Van der Maelen sprak in verband met Afghanistan over een transitie van vier jaar die moet toelaten om alle buitenlandse militairen terug te trekken, terwijl er intussen zowel aan economische relance als aan politieke onderhandelingen gewerkt wordt.
Professor Tom Sauer somde tijdens het debat kort de vier redenen op waarom de tactische kernwapens (in Kleine Brogel) meteen van de Belgische bodem verwijderd zouden moeten worden: Ze hebben geen enkel militair nut meer. Ze zijn ook politiek niet langer nuttig. Ze legitimeren de zoektocht naar kenwapens in andere landen. Het verwijderen van tastische kernwapens doet niets af aan het bestaan van strategische kenwapens, dus zelfs de verdedigers van een nucleaire strategie kunnen leven met de verwijdering van de tactische wapens uit West-Europa. Er is een grote consensus hierover, zegt Sauer, maar de politieke inertie verhindert het uitvoeren van die consensus.
Wouter De Vriendt is eerder pessimistisch over de kansen om iets te doen aan de atoombewapening in de wereld, aangezien het presidentschap van Obama in de VS zo goed als stilgevallen is. Dirk Van der Maelen ziet vandaag veel meer kansen om die kernwapens uit België te verwijderen dan pakweg vijf jaar geleden. Er wordt internationaal stevig nagedacht over strategieën om het anti-nucleaire momentum te verzilveren. Dat kan onder andere door -op internationaal juridische gronden- kenwapens illegaal te laten verklaren. Of door het opzetten van een internationaal verdrag waardoor kernwapens verboden worden. Beide sporen zijn ontwikkeld -en succesvol gebleken- voor landmijnen en cluxtermunitie. Volgens Van der Maelen zou dit ook uitgebrobeerd kunnen worden voor kernwapens.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2795   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2795  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.