Fidel wordt schoonmoeder Cubaanse politiek

De 597 leden van de Cubaanse Nationale Assemblee kwamen zondag samen om een nieuwe president te kiezen. Vorige week had de 81-jarige Fidel Castro aangekondigd dat hij na bijna vijftig jaar de macht uit handen wilde geven. Het presidentschap ging zoals verwacht naar Raúl Castro, die op 31 juli 2006 “tijdelijk” de macht had overgenomen toen Fidel in het ziekenhuis werd opgenomen voor een spoedoperatie aan de ingewanden.
In zijn eerste toespraak als president zei Raúl Castro dat hij zijn oudere broer om raad zou vragen in belangrijke zaken als defensie, de buitenlandse politiek en de “socio-economische ontwikkeling van het land”. Tegelijk scheen hij de parlementsleden te willen voorbereiden op een mogelijk overlijden van “de enige commandant van de Cubaanse revolutie”.
“Fidel is Fidel, dat weten we allemaal. Hij is niet zomaar te vervangen en het volk zal zijn werk voortzetten als hij niet meer fysiek bij ons is”, zei Castro. “Hij is dezelfde als altijd, met een heldere geest. Zijn capaciteit om te analyseren in vooruit te blikken is intact, ja zelfs nog sterker geworden”. De nieuwe president herhaalde ook de stelling dat “de communistische partij de enige waardige erfgenaam is van het vertrouwen van het volk in zijn leider.”
Fidel, die aanblijft als hoofd van de Communistische Partij, verklaarde eerder dat het indruiste tegen zijn geweten om zich vast te klampen aan verantwoordelijkheden die hij om gezondheidsredenen niet langer kan dragen. “Mijn enige wens is als soldaat te vechten op het slagveld van de ideeën. Ik zal blijven schrijven onder de hoofding ‘Reflecties van kameraad Fidel’. Dat wordt een nieuw wapen in het arsenaal waarop jullie kunnen rekenen. Misschien wordt mijn stem gehoord”, schreef de ex-president.

Voorzichtigheid

Raúl Castro benadrukte in zijn rede dat “improvisatie aanzienlijke negatieve gevolgen kan hebben”, dat het nodig is “goed te plannen” en dat de regering “met orde en discipline” moet werken. De president zei dat het systeem waarbij in Cuba twee munten naast elkaar circuleren, de aan de dollar gekoppelde “peso convertible” en de gewone peso, opnieuw wordt bestudeerd, maar dat hij “traumatische gevolgen” wil vermijden.
Volgens Raúl wordt ook onderzocht wat er kan worden gedaan aan de talloze restricties en verboden die de Cubanen openlijk hebben aangeklaagd nadat de president vorig jaar een oproep had gedaan om openlijk kritiek te geven. Hij bezwoer de Cubanen “nooit te geloven dat alles wat we hebben gedaan perfect is” en zei dat sommige van de vrijheidsbeperkende maatregelen snel zouden worden afgeschaft.

Verjonging blijft uit

Het parlement verlengde het mandaat van de zeventigjarige Ricardo Alarcón als parlementsvoorzitter en koos de 77-jarige dokter José Ramón Machado, jarenlang de “organisator” van de Communistische Partij, tot vice-president van de Staatsraad en van de nog op te richten Raad van Ministers. Machado behoort tot de meest orthodoxe stroming binnen de partij en komt in de plaats van de meer hervormingsgezinde Carlos Lage. Lage, die in de jaren negentig betrokken was bij een proces van economische hervormingen, blijft wel deel uitmaken van de Staatsraad.