IJslanders benoemen vrouwen in top bankwezen

De drie belangrijkste zakenbanken, Landsbanki, Kaupthing en Glitnir, werden direct na de crash in oktober 2008 genationaliseerd. Er werden nieuwe ceo’s benoemd, waaronder twee vrouwen: Elin Sigfusdottir bij Landsbanki en Birna Einarsdottir bij Glitnir.
Bij Kaupthing werd eind oktober een man, Finnur Sveinbjornsson, benoemd als ceo. De vijf leden tellende Raad van Bestuur bestaat uit vrouwen. Ook bij de Centrale Bank van IJsland werden veranderingen doorgevoerd in de drie leden tellende Raad van Gouverneurs. Een van de eerste taken van de premier was om ervoor te zorgen dat de zittende gouverneurs, allemaal mannen, zouden vertrekken. Een van hen vertrok vrijwillig, een ander wilde dat pas per 1 juni doen. De voorzitter, oud-premier David Oddsson, weigerde te vertrekken “omdat er nog werk gedaan moet worden bij de bank”. Oddsson vond het zijn verantwoordelijkheid om de rommel op te ruimen en het land weer op de been te helpen.
De door de Sociaal Democraten geleide regering - waarvan de helft van de ministers uit vrouwen bestaat - besloot daarop eind februari de wet te veranderen. Daardoor werden twee nieuwe posten gecreëerd waarvoor academische kwalificaties op het gebied van economie vereist zijn. Anders dan bij Oddsson en zijn voorgangers, bij wie sprake was van politieke benoemingen, zal voor de nieuwe posten geadverteerd worden. Toen duidelijk werd dat de wet zou worden aangenomen, vertrokken Oddsson en zijn collega alsnog.

Betere bestuurders

Met de nieuwe benoemingen aan de top is de IJslandse banksector er echter nog niet. Na de privatisering in 2003, verbreedden de banken hun bedrijfsprofiel. De IJslandse investeringsmaatschappij Baugur ging Europa in en kocht retailketens in Groot-Brittannië (Mosaic Fashions) en Denemarken (Magasisn de Nord), terwijl de banken voor rijke klanten filialen openden in Luxemburg.
Uit een onderzoek van het Noorse bedrijf Capacent uit mei vorig jaar, dat pas in februari van dit jaar de pers haalde, blijkt dat er nu veel meer mannen bij de banken werken dan voor de privatisering. De mannen die werden aangenomen waren jong en hoogopgeleid, maar weinig ervaren.
Voor de privatisering bestond 75 tot 80 procent van de werknemers uit vrouwen, vorig jaar was dat nog 60 procent. Vijfentwintig procent van de mannen was ouder dan 45 jaar, tegenover 43,6 procent van de vrouwen. Eenenveertig procent van de werknemers werkte korter dan vijf jaar bij een bank.
“Ik denk niet dat onervarenheid een oorzaak is geweest van de crash”, zegt Fridbert Traustason van de Confederatie van Werknemers in Bankwezen en Financiën. “De oorzaak moet eerder gezocht worden bij risicovolle activiteiten van bankiers en een gebrekkig wettelijk raamwerk, in combinatie met gebrek aan regels en liquide middelen.”
Vaak wordt aangenomen dat vrouwen voorzichtiger zijn met geld dan mannen, schreef minister van Sociale Zaken Asta Ragnheidur Johannesdottir vorige week in het IJslandse dagblad Morgunbladid. “Die gedachte wordt ondersteund door onderzoek. Er is aangetoond dat bedrijven die geleid worden door vrouwen, minder snel in financiële problemen raken. Uitgebreid Fins onderzoek heeft aangetoond dat bedrijven met vrouwen aan de top, 10 procent meer winst maken dan bedrijven die bestuurd worden door mannen.”