VN zetten wc op de agenda

Het onderwerp werd deze week al opgewarmd op een waterconferentie in Stockholm. En in november houdt de World Toilet Association in Seoel een grote internationale bijeenkomst om de aandacht te vestigen op het nijpende gebrek aan moderne sanitaire voorzieningen in grote delen van de wereld. Het thema zorgt overal voor gegniffel, maar de pleitbezorgers zijn doodernstig.
Volgens het VN-Kinderfonds Unicef sterven elk jaar 1,5 miljoen kinderen jonger dan vijf jaar als gevolg van slecht sanitair en vervuild drinkwater. Bijna een miljard kinderen leeft op plaatsen waar de ontlasting van hun gezinsleden en buren niet op een veilige manier wordt verwijderd.
“Jonge kinderen zijn bijzonder kwetsbaar voor ziekten die daar het gevolg van zijn”, zegt Unicef-directeur Ann Veneman. En vooral in arme landen wordt zo’n besmetting kinderen vaak fataal. In zwart Afrika is de kans dat een baby aan diarree sterft 520 keer groter dan bij ons. In de meeste Afrikaanse landen overlijden meer jonge kinderen aan de gevolgen van diarree dan van aids.
Ook volwassenen in arme landen worden massaal het slachtoffer van ziekten als diarree, cholera, dysenterie, tyfus en allerlei soorten gevaarlijke wormen die floreren in vervuild water. Voorlopig is het wachten op een krachtdadig internationaal antwoord.
“Er zit geen lijn in de internationale inspanning op het vlak van sanitair en watervoorziening”, concludeert de Londense milieuorganisatie End Water Poverty na een onderzoek in arme landen in Azië, Afrika, Latijns-Amerika en de Cariben. “Er is niet genoeg politieke wil om de armste en meest kwetsbare bevolkingsgroepen in de wereld te helpen.”
De VN vinden dat donorlanden meer moeten investeren in de uitbouw van het rioleringsnet en in de bouw van latrines en toiletten. Kinderen moeten op school ook systematischer te horen krijgen hoe belangrijk proper water en hygiëne zijn.
Sim Jae-Duck, een Zuid-Koreaans parlementslid en voorzitter van het comité dat de conferentie van Seoel organiseert, klaagt dat er nog geen VN-organisatie bestaat die zich specifiek met sanitaire voorzieningen bezighoudt. Daar willen wij iets aan doen, zegt Sim Jae-Duck. Hij hoopt dat hij daarbij steun krijgt van landen als China, Japan, Rusland, Groot-Brittannië, de VS, Brazilië, Turkije en Zuid-Afrika.