WHO waarschuwt voor te grote afhankelijkheid van exportgroei
Ontwikkelingslanden moeten zich misschien meer gaan richten op het aanzwengelen van hun binnenlandse vraag. Exportgroei, het belangrijkste ontwikkelingsrecept dat de internationale financiële instellingen en donoren de voorbije dertig jaar aan arme landen meegaven, is niet meer alleenzaligmakend. De Wereldhandelsorganisatie (WHO) voert over die stellingen al een intern debat.
Gustavo Capdevila . 17 december 2004
Volgens Clem Boonekamp, de directeur van de afdeling Commercieel Onderzoek van de WHO, dringen zich in alle economieën belangrijke structurele aanpassingen op. De WHO maakt zich vooral zorgen over de enorme tekorten op de Amerikaanse begroting en handelsbalans. Het stimulerende effect dat uitging van de hoge Amerikaanse bestedingen, begint weg te vallen. De Amerikaanse spaarquote was in augustus teruggevallen tot 0,9 procent, terwijl de Amerikaanse consumenten op een enorme schuldenberg blijven zitten.
De VS waren de voorbije jaren de belangrijkste motor achter de groei van de wereldeconomie, maar dat verhaal lijkt ten einde. De Amerikaanse economie kan als gevolg van het ‘dubbele deficit’ kwetsbaarder worden voor interne of externe verstoringen, denkt WHO-directeur Supachai Panitchpakdi. Supachai vreest onder meer dat Japan en China er wel eens mee zouden kunnen stoppen overtollige spaartegoeden in de VS te beleggen. Op die manier worden de Amerikaanse tekorten nu gedekt. Als die geldstroom plots van richting verandert, kan dat chaotische gevolgen hebben. De WHO-baas denkt ook dat de overmatige financiële onevenwichten tussen de grootste handelspartners in de wereld snel kunnen leiden tot protectionistische reflexen.
De Verenigde Staten wijten de tekorten op de Amerikaanse handelsbalans ook aan de onvoldoende vraag vanuit andere landen. De VS zijn niet gelukkig dat sommige grote spelers in de wereldeconomie sterk afhankelijk zijn van exportgroei. De WHO deelt die bezorgdheid. De organisatie vindt dat met name Japan, China en Europa erin zouden moeten slagen hun interne vraag aan te zwengelen. (PD)
De VS waren de voorbije jaren de belangrijkste motor achter de groei van de wereldeconomie, maar dat verhaal lijkt ten einde. De Amerikaanse economie kan als gevolg van het ‘dubbele deficit’ kwetsbaarder worden voor interne of externe verstoringen, denkt WHO-directeur Supachai Panitchpakdi. Supachai vreest onder meer dat Japan en China er wel eens mee zouden kunnen stoppen overtollige spaartegoeden in de VS te beleggen. Op die manier worden de Amerikaanse tekorten nu gedekt. Als die geldstroom plots van richting verandert, kan dat chaotische gevolgen hebben. De WHO-baas denkt ook dat de overmatige financiële onevenwichten tussen de grootste handelspartners in de wereld snel kunnen leiden tot protectionistische reflexen.
De Verenigde Staten wijten de tekorten op de Amerikaanse handelsbalans ook aan de onvoldoende vraag vanuit andere landen. De VS zijn niet gelukkig dat sommige grote spelers in de wereldeconomie sterk afhankelijk zijn van exportgroei. De WHO deelt die bezorgdheid. De organisatie vindt dat met name Japan, China en Europa erin zouden moeten slagen hun interne vraag aan te zwengelen. (PD)
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2790 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Column
-
Nieuws
-
Analyse
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Extra