Brussel-Zuid: van volkse wijk naar kantoorwijk

Vanaf de jaren negentig moesten de Brusselse Zuidwijkbewoners wijken voor de bouw van kantoren en hotels. De laatste processen rond hun onteigeningsvergoedingen lopen nu stilaan ten einde. Hoe transformeerde de Zuidwijk van Sint-Gillis op achttien jaar tijd van een volkse wijk naar een buurt voor pendelaars? MO* laat Gwen Breës van het actiecomité Quartier Midi en Joachim Ben Yakoub, stafmedewerker beeldvorming en diversiteit bij de Pianofabriek, aan het woord.

  • © IngolfBLN (CC BY-SA 2.0) Hotels aan het Zuidstation © IngolfBLN (CC BY-SA 2.0)

Met de komst van de TGV in het Zuidstation eind jaren tachtig zag Charles Picqué, de socialistische burgemeester van Sint-Gillis, een kans om de arme Zuidwijk om te toveren tot een ‘klein Manhattan’, schrijft Joachim Ben Yakoub in het boek Superdiversiteit en Democratie. Hij wou internationaal kapitaal aantrekken door kantoorcomplexen te voorzien en de gemeentekas aandikken met de belastingen op deze kantoren.

Het project leidde tot speculatie, onteigeningen en sociale verdringing omwille van de stijgende vastgoedprijzen. ‘Buurtcafés en andere kleine middenstanders vertrokken en de wijk verloor haar volks karakter’, stelt Ben Yakoub.

Verzet tegen de onteigeningen

In 2005 verenigden de inwoners en handelaars van de Zuidwijk zich in het actiecomité Quartier Midi. Het comité kon de uitvoer van de onteigeningsplannen niet tegenhouden, maar slaagde er volgens Gwen Breës wel in om de bewoners beter te verdedigen.

Veel immigranten in de wijk kenden hun rechten niet en waren bang om voor de rechter te verschijnen’

‘Wanneer je onteigend wordt, moet de rechter beslissen wanneer je uit je huis moet en hoeveel je huis waard is. Het Brussels Gewest probeerde de huizen in de Zuidwijk echter zo goedkoop mogelijk rechtstreeks van de eigenaars op te kopen’, legt hij uit.

‘Veel immigranten in de wijk kenden hun rechten niet en waren bang om voor de rechter te verschijnen. We hebben hen doen inzien dat hun rechten beter verdedigd zouden worden in een rechtbank dan in rechtstreekse onderhandelingen met het Gewest. De laatste twee tot drie jaar betaalde het Gewest dan ook goede prijzen voor de huizen.’ 

Hervestiging versus sociale begeleiding

‘In de jaren waarin de wijk onteigend werd, had je de indruk in Beiroet te zijn: bewoonde huizen en huizen in puin wisselden elkaar af’, herinnert Breës zich. ‘Alle oorspronkelijke bewoners zijn nu weggetrokken uit de wijk. Sommigen zijn in de Vlaamse periferie rond Brussel gaan wonen. Anderen zijn elders heen getrokken of in kleinere huisjes in minder centrale wijken van Brussel gaan wonen.’

Bij het begin van de onteigeningen beloofde de overheid nieuwe huisvesting te creëren voor de bewoners. Gaandeweg veranderde haar discours over “hervestiging” echter in “sociale begeleiding” volgens Breës. ‘Twee sociaal assistenten moesten de mensen begeleiden bij hun vertrek. Ze gaven kopieën van vastgoedadvertenties of hielpen dossiers invullen voor een sociale woning. Er was echter geen algemeen beleid dat de bewoners ook daadwerkelijk aan een nieuwe woning hielp.’

Enkele ex-bewoners hebben vandaag nog steeds een herzieningsproces lopen voor hun onteigeningsvergoeding. ‘De herzieningsprocedure kan vijf jaar duren’, legt Breës uit. ‘De bewoners ontvangen een bedrag om zich te hervestigen, maar zijn niet zeker of ze de volledige som ook echt zullen krijgen zo lang het proces loopt. Na vijf jaar kan de rechter bijvoorbeeld beslissen dat je te veel geld hebt gekregen en een deel met interest moet terugbetalen, terwijl je ondertussen misschien wel een huis hebt gekocht.’

Nood aan woningen, niet aan kantoren

Voor de onteigeningen beriep het Brussels Gewest zich op de Onteigeningswet uit 1962. Deze stelt dat bewoners onteigend kunnen worden voor hoogdringende infrastructuurwerken die in het algemeen belang zijn.

‘Nieuwe bureauruimtes bouwen in een stad waar er al zoveel leegstaan, is echter geen publieke noodzaak’, oppert Breës. ‘In sommige delen van de wijk, zoals rond het Hortaplein, hebben zich bovendien voornamelijk publieke instellingen gevestigd. Zij betalen geen kantoorbelastingen en brengen de gemeente dus niet eens iets op.’

‘Momenteel staat er in Brussel bijna twee miljoen vierkante meter kantoorruimte leeg’

Breës merkt ook op dat een aantal bedrijven, zoals het toenmalige Swiss Life, hun oude gebouwen elders in Brussel verlieten om hun intrek te nemen in de Zuidwijk. Dit komt de belastingkas van Sint-Gillis ten goede, maar zorgt voor heel wat lege kantoorruimtes elders in de stad.

‘Momenteel staat er in Brussel bijna twee miljoen vierkante meter kantoorruimte leeg’, besluit Breës. ‘Je kan geen beleid blijven voeren waarbij nieuwe kantoren worden bijgebouwd en anderen blijven leegstaan. Wat de bevolking nodig heeft, zijn betaalbare woningen.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.