El Salvador verliest gevecht tegen armoede

In Talchiga, een dorp in het noordoosten van El Salvador, leven twintig gezinnen in houten hutten op aangestampte aarde, zonder stromend water, elektriciteit of riolering. De inwoners zijn zwaar ondervoed. Ze krijgen overheidssteun, maar die is in het licht van de huidige voedselprijzen ruim onvoldoende.
Talchiga ligt in de afgelegen bergachtige provincie Morazan, op de grens met Honduras en op 200 km van San Salvador. Dit was een van de gebieden die het zwaarst getroffen werd door de burgeroorlog van 1980-1992. Het gewapende conflict mag dan al lang voorbij zijn, de levensomstandigheden hier zijn er niet op vooruit gegaan.
42 procenten van de Salvadoranen leeft in armoede, maar de bewoners van Talchiga behoren tot de allerarmsten in het land. Ze worden hard getroffen door de stijging van de voedselprijzen het afgelopen anderhalf jaar. Lucila López, een 27-jarige moeder van vijf kinderen, vertelt dat ze door de piekende prijzen haar familie dikwijls niets anders dan tortilla’s met zout kan aanbieden. “Nu ze een dollar per halve kilo kosten, zijn bonen een luxeproduct geworden.” Maïstortilla’s en bonen zijn de basisingrediënten van het Salvadoraanse plattelandsdieet.

Onder de armoedegrens


Volgens een studie van het Wereldvoedselprogramma (WFP) doken tussen september 2007 en juni 2008 nog eens meer dan 100.000 Salvadoranen onder de armoedegrens. Uit het onderzoek blijkt dat meer dan een miljoen inwoners van El Salvador, Guatemala, Honduras en Nicaragua arm werden in die periode.
De Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) waarschuwde in augustus dat meer dan 26 miljoen mensen in Latijns-Amerika en de Caraïben in extreme armoede dreigen te belanden als de prijzen hoog blijven.
Centraal-Amerika geldt al een bijzonder kwetsbare regio door de afhankelijkheid van “olie- en voedselimport”. Dat zijn twee variabelen die inflatie in de hand werken, zegt de WFP-directeur in El Salvador, Carlo Scaramella. Volgens hem is de prijs van courante levensmiddelen met 33 procent gestegen de voorbije twee jaar. De lonen volgden deze trend niet. Dat leidt tot “meer ondervoeding bij vrouwen en kinderen”, legt Scaramella uit. “De mensen eten minder en kopen goedkoper en minder voedzaam eten.”

Onvoldoende hulp


De nood is hoger maar er is minder geld om de honger te bestrijden, zegt de WFP-vertegenwoordiger. Sinds 2004 heeft het WFP 12 miljoen euro gestopt in El Salvador. Minstens 70 procent ging naar voedselhulp, de rest was bestemd voor opleidingsprogramma’s door de ministeries van Onderwijs en Landbouw, gericht op arme gezinnen. “Het is zorgwekkend dat regeringsinspanningen om de armoede te bestrijden terugvallen”, aldus Scaramella.
Van oktober 2005 tot februari 2008 gaf de regering 36 miljoen euro uit aan een programma dat arme mensen een uitkering geeft als ze hun kinderen naar school sturen en regelmatig naar de dokter gaan. Volgens de mensen van Talchiga volstaat die steun sinds 2007 niet langer om voldoende eten te kopen voor hun kinderen.
“Het klinkt mooi op de televisie als de regering aankondigt dat ze het armoedecijfer naar omlaag brengt”, klinkt het uit de mond van dorpshoofd Antonio Hernández. “Laat de functionarissen maar eens naar hier afzakken om te zien wat we eten. Dat zou duidelijk maken dat onze levensomstandigheden zijn verslechterd.”

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.