Filipijnen grootste importeur van rijst ter wereld

Mariano (52), Filipijns volksvertegenwoordiger voor de partij Anakpawis, die opkomt voor de rechten van landloze boeren, is in het land. Hij is tevens voorzitter van de boerenbeweging Kilusang Magbubukid ng Pilipinas (KMP). Zijn land heeft hard te lijden onder de voedselcrisis… Hoe schat hij het beleid van de regering in en welke oplossingen ziet hij?
Ik ontmoet Mariano niet lang nadat hij geland is in België. Hij komt van Genève, waar hij deelnam aan de jaarvergadering van de Interparlementaire Unie (IPU), waaraan afgevaardigden van 150 nationale parlementen deelnamen. Hij is daar de precaire situatie van de Filipijnen gaan uitleggen. De (voedsel)situatie oogt inderdaad niet al te best. Gisteren verscheen naar aanleiding van wereldvoedseldag een BBC-studie die werd uitgevoerd tussen 8 juli en 15 september in 26 landen, verspreid over de zes werelddelen. Daaruit bleek dat de Filipijnen een van de landen was die het meest te lijden hadden onder de stijgende voedsel- en energieprijzen. Het percentage Filipijnen en Panamezen dat minder at als gevolg van de stijgende voedselprijzen, was met 63 procent het hoogst van alle landen. Ik wil graag weten van Mariano hoe dit komt.
Een derde van de bevolking in uw land werkt in de landbouw. Hoe komt het dat de Filipijnen dan zo te lijden hebben onder de voedselcrisis?
Onze economie is afhankelijk van import en afhankelijk van buitenlandse investeringen. Betalingen voor de schuldafbouw eisen almaar meer geld op en steeds meer gaat naar het leger. Zodoende is steeds minder geld beschikbaar voor landbouw, gezondheidszorg en onderwijs. De KMP vraagt een ‘serieuze’ en ‘volledige’ landbouwhervorming. Niet het zogenaamde hervormingsprogramma voor de landbouw van deze regering. Want in de Filipijnen is van elke tien landbouwers zeven geen eigenaar van de grond die hij bewerkt. In het zuiden van Luzon (het grootste eiland van de Filipijnen, jd) is het zelfs acht van de tien. De landbouw wordt totaal verwaarloosd, met alle gevolgen van dien.
Zijn die gronden dan van een kleine klasse rijke Filipijnen?
Ja, die zijn van de grootgrondbezitters. Maar dikwijls worden die gronden uitgeleend aan multinationals. Vooral op Mindanao (tweede grootste eiland, in het zuiden van het land, jd) zijn multinationals actief. Alhoewel ons land in 1946 formeel onafhankelijk van de VS werd, blijft de Filipijnen een neokolonie van de Verenigde Staten (lachje). De transnationale bedrijven plunderen onze natuurlijke rijkdommen. We hebben geen eigen industrie en we zijn sterk afhankelijk van de export van natuurlijke grondstoffen en goederen. Maar belangrijke zaken als olie, petroleumproducten en rijst moeten we invoeren. Het Internationale Rijst Onderzoeksinstituut (IRRI) heeft zijn hoofdkwartier in de Filipijnen, in Los Baños Laguna, maar nu zijn we de grootste importeur van rijst ter wereld. Is dat geen ironie?
Was het vroeger dan beter?
Zeker. In 1994 heeft de Filipijnen het Algemeen Akkoord over Tarieven en Handel (GATT) getekend en sinds januari 2001 is de Filipijnen lid van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Sindsdien zijn de landbouwtekorten almaar groter. Voor elke dollar die we op dit moment verdienen door export van landbouwproducten, betalen we zeven tot acht dollar om andere producten in te voeren. Is dat het voordeel van de toegang tot de vrije markt? Of is dat het voordeel van deze tijd van mondialisering? Nee, wij kijken aan tegen steeds grotere handelstekorten! Dit bewijst dat we gelijk hadden. In die tijd, voor de ondertekening van het GATT, hadden we met de KMP een campagne tegen de ratificatie van het GATT. We zijn bovendien tegen de deregulering, altijd maar deregulering. Dit betekent geen controle hebben over de prijs van olie, van petroleumproducten, van rijst, van de belangrijke voedingswaren. Met als gevolg dat de Filipijnen geen voedselzekerheid meer hebben. Tien tot vijftien procent van onze rijst moeten we al invoeren. Maar we kunnen niet vertrouwen op de wereldmarkt. De prijzen zijn enorm gestegen. De prijs voor rijst is gestegen tot meer dan 1000 dollar per ton! De regering plant dit jaar 2,1 miljard kilogram rijst in te voeren, voornamelijk uit Vietnam. Dat is een serieuze uitstroom van onze dollars, niet? We betalen niet in peso’s, we betalen in dollars, hé.
Als dit de mensen dan zo raakt, komt daar dan reactie op? Wat zijn de standpunten van de politieke partijen daarin?
Er is een groeiend debat. Maar, geloof het of niet, nu wil president Gloria Macapagal-Arroyo de overblijvende ‘protectionistische economische wetsbepalingen’ schrappen. Haar voorstel is om nog verder te liberaliseren, zelfs om honderd procent eigenaarschap te geven aan buitenlanders, ook aan buitenlandse investeerders. Zo zouden ze niet enkel het land kunnen gebruiken, ze zouden de gronden voor honderd procent in handen krijgen! Wij zijn daar tegen, KMP en Anakpawis. Trouwens, de eerste begunstigde van deze wetswijziging, als het er ooit van komt, is mevrouw Macapagal-Arroyo zelf. Ze doet dit wetsvoorstel omwille van haar politieke overlevingsagenda. Haar bedoeling is om aan de macht te blijven, koste wat het kost, tot na de presidentsverkiezingen van mei 2010.
Heeft de president, volgens u, nog zaken op die politieke overlevingsagenda staan?
Ze wil de macht van de president uitbreiden. Eigenlijk wil ze tegelijk president én eerste minister zijn. Bovendien wil ze het parlement grondig hervormen. Ze wil het parlement, bestaande uit twee kamers, omvormen tot een parlement met slechts één kamer. We kunnen zelfs niet uitsluiten dat ze de noodtoestand gaat afkondigen, of de staat van beleg. Alles wil ze doen om aan de macht te blijven. Desnoods zal ze wel haar presidentskandidaat naar voor schuiven en ervoor zorgen dat die het haalt.
Wat zijn de beleidslijnen die u voorstaat?
We strijden voor het recht op zelforganisatie, het recht op collectief onderhandelen, het recht op staking. Met een wetsvoorstel hebben we ervoor geijverd dat er een loonsverhoging van het minimumdagloon van 125 peso’s (een kleine twee euro) tot stand komt voor arbeiders in de private sector. Ook vragen we het optrekken van het loon voor mensen uit de openbare sector met 3000 peso’s (46 euro) per maand. We zijn tegen het beleid van de overheid om arbeid te ‘exporteren’. De regering stimuleert arbeiders om werk te zoeken in het buitenland. Dit moet miljarden dollars het land binnen brengen. Maar we moeten jobs creëren in ons eigen land! We moeten daarom de landbouwsector hervormen, en een nationaal industrialiseringsprogramma op poten zetten. Almaar meer jobs in het buitenland, die denkpiste moet de regering verlaten. Als je kijkt naar de budgetten kan je niet anders dan concluderen dat de accenten van deze regering totaal verkeerd liggen. Het voorgestelde nationale budget voor het jaar 2009 voorziet in 1,4 biljoen peso’s (21,9 miljard euro). 302,5 miljard (4,7 miljard euro) daarvan gaat naar schuldafbouw. Dat is 21,4 procent van het budget van het land, meer dan een vijfde van het totaal! Daarenboven gaat veel geld naar de inlichtingendiensten en naar de modernisering van het Filipijnse leger. Dat betekent minder geld voor onderwijs, landbouw, welzijn en de ontwikkeling van een eigen industrie.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.