Verboden landmijnen blijven duizenden slachtoffers maken
Tien jaar na het internationale verbod op het gebruik van landmijnen, blijven de wapens duizenden doden per jaar eisen. Dat blijkt u het jaarlijkse Landmine Monitor rapport van Handicap International.
David Cronin . 23 november 2008
Amper twee landen, Rusland en Birma, maken nog actief gebruik van landmijnen, maar toch blijven de oorlogswapens uit oude conflicten over de hele wereld nog grote aantallen doden en gewonden eisen. Volgens het jaarlijkse rapport werden in 2007 5.426 mensen gedood door landmijnen en andere achtergelaten explosieven in voormalige conflictgebieden, waaronder granaten en clustermunitie.
Stan Brabant van Handicap International beschrijft de cijfers als “zeer zorgwekkend”, omdat het werkelijke aantal doden en gewonden waarschijnlijk veel hoger ligt. Toch wijst hij ook op de gestage vorderingen die gemaakt zijn bij het terugdringen van het jaarlijkse aantal slachtoffers van landmijnen sinds de ondertekening van het internationale verdrag in 1997. In de jaren negentig, voor de ondertekening van het verdrag, kostten de mijnen nog het leven aan ongeveer 26.000 mensen per jaar.
Het verdrag werd door 156 landen ondertekend, die daarmee beloofden om alle landmijnen van hun grondgebied te bannen. Eén van de meest positieve effecten van het verdrag is de stigmatisering van landmijnen, waardoor ook veel landen die het verdrag niet ondertekend hebben terughoudend zijn om ze int te zetten en minstens een deel van hun voorraden vernietigd hebben. Vorig jaar werden in totaal ongeveer 42 miljoen landmijnen vernield. Rusland gebruikte de wapens weliswaar nog tijdens het recente conflict in Tsjetsjenië, maar vernielde toch ook één miljoen landmijnen uit zijn voorraden.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2798 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Interview
-
Wereldblog
-
Nieuws
-
Nieuws