Hoe vrij zijn media die de kant van de macht kiezen?

Waarom pers en politiek zo hard botsen in India

© Gie Goris (CC NC NA 2.0)

Een dag na de raid tegen medewerkers van nieuwssite Newsclick. Paranjoy Guha Thakurta van Newsclick spreekt protesterende mediacollega’s toe.

Op de ochtend van 3 oktober viel de Indiase politie binnen bij tientallen journalisten en medewerkers van de kritische nieuwssite Newsclick. De inval is een extreem voorbeeld van het conflict tussen de Indiase overheid en kritische pers. ‘Vanaf nu zal ik altijd twee keer nadenken voor ik een verhaal breng dat vragen stelt bij het beleid van de regering.’

De sfeer in Delhi is geladen wanneer ik er op 3 oktober toekom. De oude bekenden die ik wil opzoeken, zijn allemaal druk en onbereikbaar, want die ochtend voerde de politie op tientallen plaatsen in de stad een raid uit tegen Newsclick, een kritische nieuwssite die al enkele jaren onder vuur ligt.

Aanleiding voor deze intimiderende actie was een artikel in de New York Times van 5 augustus. Daarin werd Newsclick in verband bracht met Neville Roy Singham, een Amerikaanse zakenman. Die gebruikt zijn fortuin om linkse initiatieven te ondersteunen, werkt volgens de krant nauw samen met de Chinese overheid en drukt pro-Chinese standpunten door.

Die beschuldiging kwam boven op eerdere pogingen om Newsclick te vervolgen, op basis van buitenlandse financiering, waarvoor onvoldoende bewijsmateriaal bleek te zijn.

Maar nu volstond een vermoedelijke en onrechtstreekse band met China om de strengste antiterrorismewet boven te halen. Bewijslast en transparantie werden daardoor zo goed als overbodig worden. En laptops, smartphones, boeken en ander “bewijsmateriaal” van zeker 46 journalisten en freelance medewerkers werden daardoor zomaar in beslag genomen.

Op een druk bijgewoonde protestbijeenkomst in de Press Club of India, in Delhi, vertellen twee jonge journalisten ’s anderendaags over hun urenlange ondervraging. Daarin kregen ze zelfs vragen over de maanlanding van de Chandrayaan-3-missie op de maan (er zouden Chinese kanalen zijn die ontkennen dat die maanlanding gelukt is). Maar de meeste vragen gingen over de verslaggeving van de belangrijkste protesten tegen de regering Modi: het boerenprotest van 2020-21, het protest tegen de burgerschapswet in 2019-20 en de rellen in Delhi van 2020.

‘Als de huidige machthebbers er in 2024 nog eens een regeertermijn van vijf jaar bij krijgen, dan blijft India geen democratie.’

De Indiase media stonden in rep en roer na de inval bij Newsclick. ‘Een extreme vendetta en onbeschaamd pestgedrag’, zo noemde de kwaliteitskrant The Hindu de actie in een redactioneel standpunt. The Indian Telegraph merkte op dat ‘er helemaal geen reden was’ om de antiterrorismewet in te zetten en dat ‘de staat zich niet zomaar meer macht kan toe-eigenen’.

Schrijfster en activiste Arundhati Roy, die ook op het protest was, zei aan nieuwssite The Wire dat de huidige regering gevaarlijker is voor de democratie dan de Noodtoestand uit de jaren 1970. ‘Als de huidige machthebbers er in 2024 nog eens een regeertermijn van vijf jaar bij krijgen, dan blijft India geen democratie’, zei ze nog.

Een week later verschijnt het bericht dat een 13 jaar oude rechtszaak tegen Roy (voor een toespraak over ‘Vrij Kasjmir’) plots geactiveerd wordt. Die juridische stap wordt algemeen gezien als een bevestiging van de snel krimpende ruimte voor vrije meningsuiting.

Op het protest in de Press Club was de algemene stemming onder mediamensen in elk geval dat er met de Newsclick-raids een rode lijn overschreden werd. Maar ‘de raid en het gebruik van de antiterrorismewet tonen ook een onverwachte realiteit’, zegt journalist Dhirendra Jha. ‘De regering wordt zenuwachtig van het bereik en de impact van nieuwe, online media. Daar heeft ze veel minder greep op dan op tv-zenders en klassieke kranten.’

© Gie Goris (CC NC NA 2.0)

Geen tolerantie voor haatspraak

De verhouding tussen pers en politiek is nog een stuk ingewikkelder, maar niet noodzakelijk beter, dan deze extreme overheidsintimidatie toont. Dat bleek midden september op een bijeenkomst van een coalitie van 28 oppositiepartijen die zich I.N.D.I.A. noemt, Indian National Developmental Inclusive Alliance. Door samen te werken hopen de partijen meer kans te maken om de regerende, hindoenationalistische partij BJP te bestrijden tijdens de parlementsverkiezingen van 2024.

Op 13 september besloten de 28 partijen om niet meer deel te nemen aan de debatprogramma’s van 14 met naam genoemde nieuwsankers. Volgens Pawan Khera, woordvoerder van de Congress-partij, werd de beslissing node genomen en zegt ze niets over wat de partijen denken over de geviseerde ankers als mens. ‘Wij zijn niet tegen hen en we haten hen niet, maar we houden meer van ons land. Wij willen geen legitimiteit verlenen aan een haatdiscours dat onze samenleving aanvreet.’

En voor de 14 nieuwsankers had hij nog deze boodschap: ‘Jullie produceren schreeuwende koppen tegen onze leiders, maken memes, verdraaien hun toespraken en verspreiden nepnieuws, en wij zijn bereid de strijd daartegen aan te gaan. Maar als jullie haat verspreiden in de samenleving en die neemt de vorm van geweld aan, dan willen we daar geen deel van uitmaken.’

De beslissing van de oppositie was op zijn minst opvallend en onverwacht. De reacties van de betrokken tv-sterren en van de BJP kwamen onmiddellijk en waren voorspelbaar. Een van de ankers, Sudhir Chaudhary van de zender Aaj Tak, tweette: ‘INDIA-alliantie gaf een lijst vrij van journalisten die weigerden hun hielen te likken.’ En Aman Chopra van Network 18 schreef: ‘Een boycot is het grootste ereteken dat je een journalist kan toekennen. Dank jullie wel voor deze eer.’

In de berichtgeving over de beslissing schreef India Today, dat tot dezelfde mediagroep als Aaj Tak behoort, dat het de lijst van 14 namen niet publiceerde omdat het medium ‘tegen het bannen van eender welke journalist gekant is’.

En de News Broadcasters and Digital Association (NBDA) noemde de beslissing een ‘teken van intolerantie’ en een ‘gevaarlijk precedent’ dat ingaat ‘tegen het ethos van de democratie’. ‘De boycot van bepaalde journalisten of ankers katapulteert de natie terug naar het tijdperk van de Noodtoestand, toen de pers aan banden werd gelegd en onafhankelijke opinies en stemmen werden vertrapt.’

De I.N.D.I.A.-partijen verwezen naar de oproep van Gandhi om niet langer samen te werken met kranten die communautaire tegenstellingen oppookten.

De verwijzing naar de Noodtoestand onder Indira Gandhi (1975-1977) stond uiteraard ook centraal in de reactie van regeringspartij BJP, omdat die daarmee haar aartsvijand kon aanvallen, de Congress-partij en met name de Nehru-Gandhi-familie, die de partij al meer dan zeventig jaar domineert.

Het antwoord op dat verwijt was even goed gevonden: de I.N.D.I.A.-partijen lieten weten dat hun actie niet tegen vrije pers gericht was, maar gezien moest worden als een vorm van non-coöperatie met mediaprominenten die bewust communautaire haat aanwakkerden. Daarmee verwezen ze naar de befaamde non-coöperatiebeweging die Mahatma Gandhi begin jaren 1920 lanceerde, en meer bepaald naar zijn oproep in 1926 om niet langer samen te werken met kranten die communautaire tegenstellingen oppookten.

Brandstapels en schandpalen

Misschien toch even preciseren, want elke verwijzing naar praatprogramma’s leidt de Vlaamse lezer regelrecht naar beelden van De Afspraak, De Tafel van Vier of desnoods Amai zeg wauw!.

Talkshows in India zijn van een ander allooi. De nieuwsankers zijn er veel meer uitgesproken, de gasten zijn talrijker maar verschijnen zelden live in de studio, en er wordt vaker geroepen dan geluisterd – zowel door de ankers als door gasten. Intussen verschijnen op het scherm dikwijls livebeelden waarrond de roepende hoofden van de gasten geschikt worden en schreeuwen flitsberichten om aandacht. Controverse is de brandstof, journalistiek het eerste slachtoffer.

Blijf op de hoogte

Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en blijf op de hoogte van het mondiale nieuws

De Bengaalse journalist Jaijayanta Chakrabharty vergelijkt de debatprogramma’s op de Indiase schermen met middeleeuwse gerichten: ‘De oppositie wordt in de beschuldigdenbank geplaatst met als enige bedoeling haar lastig te vallen, te bedreigen, te beledigen en te vernederen.’

Het eerder vermelde nieuwsanker Sudhir Chaudhary, bijvoorbeeld, bracht een item over de deelname van onder andere moslims aan het belangrijke hindoefeest Navratri. Daarbij suggereerde hij dat die deelname een slinkse manier was om aan love jihad te doen – de complottheorie die stelt dat moslimjongens hindoemeisjes verleiden om ze dan tot de islam te bekeren.

Dat is exact het discours dat de meest gewelddadige milities uit het hindoenationalitische universum voeren. In de uitzending werden bovendien leden van Bajrang Dal, een extremistische hindoegroepering, aan het woord gelaten als ooggetuigen en beschermers van de eerbaarheid van hindoevrouwen.

Chaudhary was al controversieel voor hij overstapte van Zee News naar Aaj Tak. In 2012 al werd hij betrapt op het vragen van een afkoopsom aan een ondernemer om een nieuwsverhaal stil te houden. De andere namen van de 14 op de lijst gaan nog verder in het opjutten van nationalisme en in hun lof voor premier Modi.

Voor de zomer van 2023 verscheen de documentaire While We Watched over Ravish Kumar, een bijzonder populair anker dat voor NDTV werkte toen die zender nog kritisch en onafhankelijk was. Anderhalf uur lang volg je zijn eenzame strijd voor fatsoen en maatschappelijke rede. Tegelijk krijg je in de docu voorbeelden te zien van andere nieuwsankers die letterlijk schreeuwen om Pakistaans bloed en vergelding tegen “antinationale” journalisten.

Detail: eind september 2023 is de docu nog niet vertoond in India.

Dat alles schetst het media-universum van vandaag, en het tekent de mediamensen die de News Broadcasters and Digital Association ‘India’s top tv-nieuwspersonaliteiten’ noemt.

In een opvallende montage zegt Ravish Kumar tijdens een uitzending: ‘Als over enkele jaren iemand de kelders van YouTube onderzoekt, zal hij vaststellen dat er een NDTV bestond die zich verzette tegen de woedende massa.’ Een van de hosts van de debatprogramma’s die de emotie aanwakkeren, repliceert meteen daarop: ‘Kijk eerst in de spiegel voor je ons veroordeelt. Onze kijkers zijn onze rechters. Hoe hoger de kijkcijfers, hoe beter het programma. Leer daar maar mee leven!’

Media voor een nieuw tijdperk

‘De media spelen een cruciale rol in het huidige politieke landschap’, zegt Pramod Gupta, initiatiefnemer van de duidelijk links georiënteerde nieuwssite Ground Xero. ‘Met name regionale nieuwskanalen of tv-zenders hebben een enorme impact. Die gebruiken ze bijna allemaal om de huidige regering en haar hindoenationalistische agenda mee te steunen.’

India had een bloeiend media-universum, vertelt Gupta wannneer we elkaar spreken in Kolkata, ‘met wortels in de studentenbewegingen van de jaren ‘80. Maar dat is dus in elkaar geklapt.’

In Indiase kranten is het platteland zo goed als afwezig, en dat in een land waar 70% van de mensen niet in steden woont.

Econoom en filosoof Amartya Sen, die in 1998 een Nobelprijs kreeg, groeide op in Kolkata toen de stad nog Calcutta heette. Hij is om vele redenen altijd een vurig pleitbezorger geweest van een goed geïnformeerd publiek debat als fundament voor openbaar beleid.

De ergste politieke ontsporingen kunnen voorkomen worden door een brede beschikbaarheid van informatie én door ruimte voor kritiek en tegensprekelijk debat, dat leerde hij uit zijn onderzoek naar de hongersnoden in Brits India. Zowel in zijn magnum opus Het idee van rechtvaardigheid (2009) als in India. An Uncertain Glory (2013) gaat hij uitgebreid in op de cruciale rol die de media zouden moeten spelen om tot een rechtvaardiger samenleving te komen.

In 2012 telde Sen 831 tv-zenders in India (waarvan meer dan 400 nieuwskanalen) en 86.000 kranten en tijdschriften, met een opgetelde oplage van 370 miljoen exemplaren. Het voornaamste probleem dat hij toen in die weelderige en woelige media-omgeving zag, was dat de nieuwsagenda beperkt bleef tot de leefwereld, de interesses en de belangen van de middenklasse of de relatief geprivilegieerden: het publiek dat de media koopt of gebruikt, en dus ook van belang is voor de adverteerders.

Dat leidde er volgens Sen toe dat het platteland zo goed als afwezig is in de berichtgeving. In Indiase kranten, stelde een studie vast, gaat slechts 2% van het nieuws over het platteland, en dat in een land waar 70% van de mensen niet in steden woont.

Toen ik Amartya Sen begin 2014 interviewde, vroeg ik hem of de media nog wel in staat zijn hun rol als fundament van een democratisch debat en een rechtvaardige samenleving te spelen? Zeker nu ze in toenemende mate vanuit commerciële logica aangestuurd werden?

Sen zag de problemen wel die samenhangen met commercialisering, en dan vooral het belang van advertenties in het businessmodel. Maar hij geloofde dat de onderlinge concurrentie tussen media ook heilzame effecten kan hebben. Zolang India zijn levendige en concurrentiële verscheidenheid aan media zou behouden, vreesde Sen de reële nadelen van de commercie nog niet te zeer.

Concurrerende media dagen elkaar niet uit tot steeds betere journalistiek. De commercialisering heeft het media-aanbod net verruwd.

‘Al te vaak wordt de commercialisering trouwens gebruikt als een excuus voor ondermaatse kwaliteit en te weinig inzet of ambitie. Er zijn wel degelijk dingen die de media beter kunnen doen vandaag.’ Zoals: ervoor zorgen dat er een redelijk en goed onderbouwd publiek debat mogelijk is over relevante onderwerpen en dat dat debat ook echt plaatsvindt. Of big; journalistieke standaarden hooghouden en maatschappelijke doelstellingen nastreven.

Maar de dynamiek van vrije concurrentie schatte Sen echt fout in. Want concurrerende media dagen elkaar niet uit tot steeds betere, kwalitatievere journalistiek, maar het media-aanbod verruwde net door de ongeremde commercialisering, gecombineerd met een snelle verschuiving naar visuele media. Steeds meer spelers moesten voor hetzelfde publiek moesten knokken.

Maatschappelijke relevantie werd ingeruild voor bereikcijfers, uitgedrukt in de voor Indiase media heilige TRP’s, Television of Target Rating Points. Het is op basis van die TRP’s dat adverteerders hun boodschap plaatsen en dat uitgevers hun tarieven berekenen. Zeg maar dag met het handje tegen je ‘goed onderbouwde publieke debat’ in die omgeving.

Amartya Sen toonde zich tijdens dat interview voorzichtig optimistisch in de weerbaarheid van het levendige media-universum van India. Ons gesprek vond plaats enkele maanden voordat de BJP de parlementsverkiezingen met vlag en wimpel won en Narendra Modi voor het eerst aan het hoofd van de Indiase regering kwam te staan.

Geïntimideerd, gebroken of gekocht

‘De agenda in 2014 was duidelijk’, zegt Vivek Deshpande, die vanuit Nagpur actief is als freelance journalist. ‘Dat Modi in Delhi aan de macht kwam, betekende geen eindpunt maar het begin van de brede verspreiding van hindoetva-ideologie. En de grootste barrière voor die ambitie werd gevormd door de media en het middenveld.’

Twee regeertermijnen later zijn die barrières doorbroken, dacht Deshpande al maanden vóór de recente aanval op Newsclick. ‘Bij het kritische middenveld werd buitenlandse financiering in diskrediet gebracht en onmogelijk gemaakt. En organisaties werden verdacht gemaakt, onder andere door leiders te beschuldigen van banden met “terrorisme”. De media werden geïntimideerd, gebroken of gekocht.’

‘Vanaf nu zal ik me altijd onveilig voelen. Ik zal altijd twee keer nadenken voor ik een verhaal breng dat vragen stelt bij het beleid van de regering.’

Wat dat concreet betekent, werd dus duidelijk in de politieoperatie tegen Newsclick op 3 oktober. En dan vooral doordat de hele operatie uitgevoerd werd onder de draconische antiterrorismewet (de UAPA of Unlawful Activities Prevention Act). Een van de jonge journalisten die ondervraagd werden, zei tegen een collega van nieuwssite Scroll: ‘Vanaf nu zal ik me altijd onveilig voelen als journalist in India. Ik zal altijd twee keer nadenken eer ik een verhaal breng dat vragen stelt bij het beleid van de regering.’

‘De media voegen zich naar de eisen van de rechtse regering in India’, zegt een bekende auteur en tv-journalist die zijn opmerking laat voorafgaan door een niet mis te verstaan ‘dit is off the record’. Want wie uit de gratie van de regerende partijen valt, verliest zijn toegang tot informatie en praatgasten.

‘Een journalist of een programma dat kritiek heeft op de partij of het regeringsbeleid, wordt ook actief lastig gevallen’, voegt de tv-journalist toe. ‘Overheidsadvertenties vallen weg en zelfs privébedrijven gaan je programma schuwen, want zij zijn nauw verbonden met de politieke macht.’

‘Het mediabedrijf of de journalist riskeren ook in het vizier te komen van de belastinginspectie of andere gerechtelijke instanties, of om vervolgd te worden voor het verspreiden van vals nieuws.’ Zelfs kritische kranten zijn anno 2023 veel voorzichtiger geworden dan ze in 2013 waren.

De premier zelf zei op 3 mei, de Werelddag voor de Persvrijheid, dat zijn regering vrijheid van meningsuiting in de media respecteert ‘binnen zekere grenzen’. Hij vergeleek de houding van de regering tegenover de pers daarbij met die van ‘een moeder die haar kind aanmaant niet te veel te eten’.

Media die de moederlijke raad van Modi niet opvolgen en al te onafhankelijk zijn, worden opgekocht door Modi’s partners in de zakenwereld, zegt de tv-journalist nog. Het is een duidelijke verwijzing naar de uitkoop van de kritische nieuwszender NDTV. Gautam Adani, de superrijke zakenvriend van premier Modi, kocht aandelen van NDTV en verwierf daardoor in 2022 de meerderheidscontrole over de zender.

Adani kwam overigens dit jaar in opspraak door diverse onderzoeken naar koersmanipulaties en onethische zakenpraktijken. (zie ook dit artikel)

Schoothond-media

Ravish Kumar, het populaire tv-anker dat voor NDTV werkte toen die zender nog onafhankelijk was, bedacht de term Godi media voor alle media die de ideologische lijn van de huidige regering volgen. Godi is een Hindi-woord dat ‘schoothond’ betekent — én het rijmt natuurlijk ook op de familienaam van premier Modi.

‘De media hebben een korte periode van kritische onafhankelijkheid gekend’, zegt ook Baijayanta Chakrabharti, die in Kolkata voor de Bengaalse krant Ei Samay werkt. ‘Maar langer dan twintig jaar heeft dat niet geduurd.’

‘Voor de jaren van de Noodtoestand stonden de media nog grotendeels achter de overheid, die haar legitimiteit nog baseerde op de onafhankelijkheid en de strijd tegen koloniale verdrukking. In de decennia rond de millenniumwissel hadden we de meest levendige media. Maar na de opkomst van de BJP was dat alweer voorbij. Want de BJP oefent druk uit via allerlei wegen: via netwerken, via advertentie-inkomsten, via juridische weg…’

Met een advertentiebudget van zo’n 290.000 dollar per dag verleidt de centrale regering media om zich te plooien naar de ideologie van de regerende partij.

Het ergste, besluit Chakrabharti, is dat andere partijen de aanpak van de BJP proberen navolgen. ‘In West-Bengalen zie je dat ook de partij van deelstaatpremier Mamata Bannerjee, het Trinamool Congress, overheidsadvertenties inhoudt als een krant of een zender kritiek publiceert.’ En de advertentiebudgetten van nationale of deelstaatregeringen behoren intussen tot de grootste die er op de Indiase mediamarkt zijn, schat hij.

Inderdaad, de overheden in India geven véél geld uit aan media-advertenties. Tussen 2017 en 2022 ging het volgens Anurag Thakur, minister van Informatie en Omroepen, om 6,5 miljard euro aan advertenties op tv-zenders en 20,2 miljard euro aan krantenadvertenties. ‘Dat zijn hele malse wortels in de zak van de regering’, schrijft Shoaib Daniyal in zijn nieuwsbrief The India Fix.

In 2020 betekende dat een advertentiebudget van zo’n 290.000 dollar per dag, enkel voor de centrale regering. Daarmee verleidt ze media om zich te plooien naar de ideologie van de regerende partij en beloont ze bevriende bedrijven.

Tussen april 2020 en maart 2021 gaf de BJP-regering van deelstaat Uttar Pradesh bijvoorbeeld 17,6 miljoen euro uit aan tv-advertenties. Daarvan ging het leeuwenaandeel naar de Network18 Group, een onderdeel van Reliance Industries van Mukesh Ambani — nog zo’n zakenmogul die nauwe banden met de BJP onderhoudt.

Onderschat YouTube niet

‘De publieke opinie wordt niet langer gevormd door de journalistiek of door de media. Daar zorgt de socialemedia-afdeling van de BJP wel voor, met hun memes, WhatsApp-ketenberichten en YouTube-filmpjes’, zegt Scroll-hoofdredacteur Naresh Fernades in Mumbai.

‘Wat wij nog kunnen doen, is een kroniek schrijven van het tijdperk dat we beleven. Een tijdperk dat volkomen gedomineerd wordt door het hindoenationalistische discours.’

Fernandes meent niet helemaal wat hij zegt, althans: hij legt zich er niet bij neer. Hij is dag in dag uit aan de slag om een alternatieve mediastem uit te bouwen. En hij is zeker niet de enige. Het is natuurlijk wel de vraag of onafhankelijke nieuwssites (zoals Scroll, The Wire of Newsclick), magazines (zoals Caravan) en YouTube-kanalen (zoals dat van ex-NDTV-journalist Ravish Kumar of van The Wire) wel kunnen opboksen tegen het opgetelde gewicht van commerciële media die de kant van de regering-Modi kiezen.

Anderzijds is het een klassieke mediafout om het belang van YouTube te onderschatten. Het kanaal van Ravish Kumar heeft intussen al meer dan 7 miljoen abonnees. Dat van The Wire, met bijna dagelijkse actuele diepte-interviews door Karan Thapar, heeft er 4,7 miljoen.

In de aanloop naar de deelstaatverkiezingen in Uttar Pradesh van 2019 lukte het de grote kranten en magazines nauwelijks om een interview te regelen met Yodi Adithyanath, de deelstaatpremier die herkozen wilde raken. Voor YouTube-kanalen maakte hij wél tijd.

Zo kon Khabar India een interview publiceren onder de titel Deze antwoorden van de bulldozer baba schokken de oppositie. Dat leverde op YouTube meteen een kwart miljoen kijkers op, en op Facebook bijna 900.000. Het Rajdharma-kanaal publiceerde Yogi’s interview in drie antwoorden die deze verkiezingen zullen veranderen, Headlines India bracht Yogi Adityanats meest opruiende interview dat misdadigers de daver op het lijf jaagt. Beide interviews haalden meer dan een half miljoen kijkers op YouTube.

‘De mediahuizen overleven dankzij opgepepte emoties, haatspraak en polarisering. Dat theater valt deels weg als “de vijand” niet mee in het programma zit.’

Je mag deze kanalen geenszins onderschatten, schrijven journalisten Neel Madhav en Alishan Jafri in het medianummer van The Caravan (december 2022). Ter illustratie geven ze onder andere de abonneecijfers van enkele YouTube-kanalen: ‘Khabar India zit over de 800.000, Shining India heeft er 1,34 miljoen, The Rajdharma bijna 2 miljoen en Pyara Hindustan 2,84 miljoen. En elk van hun video’s krijgt ook nog eens een lang tweede leven op Facebook, WhatsApp, Telegram en Twitter.’

Mag de politiek zijn interviewers kiezen?

Het is in die opgejaagde mediaomgeving dat de oppositiepartijen beslisten om niet langer op te treden in de nieuwsshows van 14 tv-prominenten die bewust verdeeldheid en communautaire conflicten aanwakkeren. Die non-coöperatie, zo merkt freelance journalist Vivek Deshpande op, zal de betrokken ankers of tv-zenders niet tegenhouden om te doen wat ze al jaren doen. ‘In het beste geval ontzegt het hen de illusie van gehakketak van beide zijden, wat wel zijn belang heeft om hogere TRP’s te scoren.’

Jaijayanta Chakrabharty, de Bengalse journalist, is het daarmee eens: ‘Deze mediahuizen overleven dankzij opgepepte emoties, haatspraak en polarisering. Dat theater valt deels weg als “de vijand” niet mee in het programma zit, want dan wordt de kijker zijn sadistische genoegen ontnomen.’

Maar als de non-coöperatie hoogstens een impact heeft op het verdienmodel van twijfelachtige media, en als ze geen echt verschil maakt voor de vrije meningsuiting en het echte debat in India, waarom komt er dan zoveel kritiek op de I.N.D.I.A.-beslissing vanuit progressieve hoek?, vraagt Deshpande zich af.

Hij zou daarmee kunnen verwijzen naar een interview op The Wire van Karan Thapar met N. Ram, de voormalige hoofdredacteur van de kwaliteitskrant The Hindu en een van de meest gerespecteerde journalisten in India.

Thapar klopte daarin voortdurend op dezelfde nagel: dat de oppositie er beter aan had gedaan stilzwijgend alle invitaties van de betrokken ankers of zelfs zenders te weigeren, in plaats van hen publiek te noemen en te boycotten. Ram wierp tegen dat het ook om het politieke signaal ging, dat hoognodig was om iets te doen aan het feit dat ‘India sommige van de vreselijkste tv-zenders ter wereld heeft’ met ‘tv-ankers die best meteen op straat gezet zouden worden’.

Bovendien, zei Ram, is de BJP ongeloofwaardig als verdediger van journalistiek en vrije meningsuiting. ‘In Tamil Nadu boycot de partij alle Tamil-zenders. De premier is nauwelijks bereikbaar en kritische interviewers worden door hen geboycot.’

Dat laatste sloeg op de behandeling die interviewer Thapar zelf te beurt viel in 2007, toen Narendra Modi, toen nog deelstaatpremier van Gujarat, na twee minuten opstapte uit de tv-studio. Jaren later nog stond Thapar op de zwarte lijst van de BJP en kreeg hij geen enkele leider voor zijn microfoon. Misschien is dat wel de reden waarom hij zo terughoudend is tegenover het “signaal” van de oppositie.

Een mens niet leeft bij feiten, cijfers en rationaliteit alleen, beseft ook Amartya Sen.

Jaijayanta Chakrabharti deelt die terughoudendheid in elk geval niet. ‘Je kan pas van een aanval op de vrijheid van meningsuiting spreken als je de media belet zich vrij uit te spreken. Dat gebeurt helemaal niet door deze beslissing van I.N.D.I.A. Al moet je wel toevoegen dat sommige van de coalitiepartijen daar wel dicht bij komen in de staten waar ze aan de macht zijn, net als de BJP in de staten waar zij het voor het zeggen hebben.’

Chakrabharti vergelijkt het met iemand die aan je voordeur staat te schreeuwen en je beledigingen toewerpt. Uiteraard gooi je die deur dicht. Maar heb je hem daardoor belet zijn mening te geven?

© Gie Goris (CC NC NA 2.0)

Passie en kritiek

Er blijft vandaag weinig ruimte voor het rationele debat dat de voorwaarde is om een democratie uit te bouwen en te laten bloeien in een heel diverse en ongelijke samenleving als India.

In de vorige eeuw heeft een generatie het rampzalige populisme bestreden met rationele argumenten, informatie, publiek debat – kortom, met het beste dat de menselijke geest te bieden heeft. Amartya Sen is in alle opzichten een vertegenwoordiger van die generatie.

Tegelijk beseft Sen dat een mens niet leeft bij feiten, cijfers en rationaliteit alleen. In zijn boek Het idee van rechtvaardigheid breekt hij bijvoorbeeld een lans voor verontwaardiging als bron van onderzoek, handelen en gesprek.

‘Het is hartverwarmend dat er nog steeds journalisten zijn die alles op het spel zetten om aan eerlijke, betekenisvolle journalistiek te doen.’

Maar als ik tijdens ons interview het woord “passie” uitspreek, laat hij me die zin niet afmaken. ‘Ik zou het eerder zien zoals Adam Smith het in zijn eerste grote boek verwoordde: morele gevoelens. Je moet die morele gevoelens ernstig nemen en ze tegelijk kritisch beoordelen. Ze zijn niet het laatste woord.’

‘Het is waar dat we als mensen tot niets in staat zijn als er geen passie is die ons drijft,’ vervolgt Sen, ‘maar je moet toch altijd op je hoede blijven. Het geweld dat in India moslims of hindoes doodt, is passioneel. De Europese oorlogen van de twintigste eeuw werden gedreven door passie. Maar het is ook dankzij de passie van mensen voor rechtvaardigheid dat in Groot-Brittannië de nationale gezondheidszorg opgericht werd, of dat de Europese welvaartsstaten mogelijk werden.’

Uiteindelijk gaat het om een evenwicht tussen passie en kritische rede, stelt Sen. ‘Want een leven zonder passie, dat lijkt me verre van het goede leven. Maar passie zonder kritiek is levensgevaarlijk.’

De cruciale passie, stelde Ravish Kumar (het anker uit de documentaire While We Watched) in 2019, is de passie om de waarheid te zoeken en te vertellen. ‘De Indiase media verkeren in een diepe crisis, die niet toevallig is maar systemisch en structureel. Toch is het hartverwarmend om te zien dat er nog steeds journalisten zijn die hun leven en hun carrière op het spel zetten om aan eerlijke en betekenisvolle journalistiek te doen.’

Kumar sprak deze woorden uit in 2019 toen hij de Ramon Magsaysay-award aanvaardde, die vaak de alternatieve Nobelprijs voor de Vrede genoemd wordt. ‘Ik vertrouw erop dat jonge journalisten in de tijd die komt erin zullen slagen om de betekenis van ware journalistiek te herstellen. Het is mogelijk dat ze de strijd zullen verliezen, maar soms is verzet geen kwestie van keuze. Niet alle veldslagen worden gestreden voor de geschiedenis. Sommige worden gewoon gestreden om de wereld duidelijk te maken dat er iemand op het slagveld stond.’

De eerste week van oktober stonden er plots veel mediamensen op het slagveld van de persvrijheid in India. Vraag is of ze zullen vechten wanneer er een volgende keer rond 5.30 uur bij hen aan de deur geklopt wordt. Alvast geen enkele hoofdredacteur van de grote kranten was afgezakt.

*

Apar Gupta, een jonge advocaat gespecialiseerd in digitale rechten en privacy, gaat in een YouTube-video (van 10 oktober 2023) dieper in op de kwestie. Hij licht verder toe hoe gerechtelijke procedures misbruikt worden om de Indiase media de mond te snoeren en waarom het daar zo stil over blijft. Hij gaat ook in op de historische achtergrond van de recente raid en de gevolgen van de inbeslagname van elektronische toestellen. Hier kan je de video bekijken:

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.