Brazilië bant grappen over presidentskandidaten

Het verbod komt voort uit een wet van 1997. Die wilde voorkomen dat sommige kandidaten benadeeld werden als gevolg van grappen in de media. De wet verbiedt “trucage, montage en andere audio- en videotechnieken om op enigerlei wijze een kandidaat, partij of coalitie te vernederen of belachelijk te maken.” Wie de wet overtreedt, riskeert een boete tot 90.000 euro en zelfs het verlies van de uitzendlicentie.
“Humoristen mogen geen grappen maken waardoor de ene kandidaat er slechter uitkomt”, zegt Fernando Neves, voormalig hoofd van de Braziliaanse kiescommissie.
De makers van humoristische televisieprogramma’s pikken dit niet. Ze noemen het een poging om de media te muilkorven. “Ken je ergens een andere democratie waar zulke regels bestaan?” vraagt Marcelo Tas zich af. “Als je een grotere grap wil vinden, dan moet je naar Monty Python kijken.” Tas presenteert elke week het populaire televisieprogramma CQC, waar regelmatig de draak wordt gestoken met politici.
Tas en enkele collega’s dagen de Braziliaanse overheid nu uit: ze zijn niet van plan zich aan het verbod te houden. Ze zijn ook een nationale petitieactie gestart om de wet af te schaffen.