Dominicaanse Republiek verleent ex-president en oplichter Noboa asiel

Noboa, die in 1998 werd verkozen tot vice-president, volgde op 22 januari 2000 Jamil Mahuad op die na een volksopstand moest aftreden. Noboa vervulde de rest van diens mandaat tot 15 januari van dit jaar. Zes maanden voor het einde van zijn bewind beschuldigde PSC-leider León Febres Cordero - zelf president van 1984 tot 1988 - hem ervan het land voor 9 miljard schade te hebben toegebracht door een nefaste herschikking van de Ecuadoraanse schuld in juli 2000. Febres Cordero beloofde toen Noboa op de hielen te blijven zitten als een hongerige hond. En dat deed hij. In mei - intussen was Noboa opgevolgd door Lucio Gutiérrez en waren de verhoudingen in het parlement gewijzigd, zette Febres Cordero de aanval opnieuw in. Daarop werd een gerechtelijke procedure ingespannen tegen Noboa en een aantal van zijn voormalige medewerkers, waarbij zelfs even preventieve hechtenis dreigde. Dit weekend bleek bovendien dat tegen Noboa ook een onderzoek loopt in verband met het failliet van twee banken waarin de ex-president belangen had. Dat onderzoek maakt deel uit van een actie van het Agencia de Garantía de Depósitos (AGD), een waarborgfonds, tegen 6.000 schuldenaars en bestuurders van banken die de voorbije jaren de boeken moesten neerleggen.

De voorbije acht jaar zijn niet minder dan 15 Ecuadoraanse ex-regeringsleden en topbankiers naar het buitenland gevlucht om aan de justitie te ontkomen. In 1995 verdween Alberto Dahik, vice-president van 1992 tot 1995, naar de Dominikaanse Republiek omdat hij ervan beschuldigd werd overheidsgeld te hebben misbruikt. De populist Abdalá Bucaram, die in 1996 tot president werd verkozen, vluchtte in 1997 naar Panama nadat het parlement hem wegens kennelijk onvermogen om te regeren had afgezet. Er lopen nog altijd vijf rechtszaken wegens illegale verrijking tegen Bucaram. Ook verscheidene ministers van Bucaram leven nu in Panama. Ex-president Jamil Mahuad, die op 21 januari 2000 door een volksopstand gedwongen werd af te treden, verblijft nu in de VS en heeft daar onder meer een leeropdracht in Harvard. In Ecuador werd in juni 2000 een aanhoudingsbevel tegen hem uitgevaardigd. Mahuad wordt mee verantwoordelijk geacht voor de verliezen die duizenden Ecuadoraanse spaarders leden toen hun tegoeden in maart 1999 geblokkeerd werden, een maatregel die volgens experts bijdroeg tot de ineenstorting van het financieel systeem in het land.

De solidariteit tussen al die hooggeplaatste vluchtelingen is ver te zoeken. Bucaram liet vanuit Panamá weten dat Noboa niet kan worden beschouwd als iemand die politiek vervolgd wordt - het is een boef die door een andere boef achterna wordt gezet - een verdelingsprobleem onder maffiosi.

Transparency International beschouwt Ecuador als het op één na corruptste land van Latijns-Amerika - alleen Paraguay zou nog erger zijn. Volgens officiële cijfers uit 2000 zou het arme land elk jaar 2 miljard dollar verliezen door allerlei malversaties.