Kinderen in Congo leren gorilla's beschermen
“Waarom maken ze gorilla’s dood, waarom worden ze in kooien gestopt? Als ik later president ben, worden er geen gorilla’s, chimpansees en bonobo’s meer doodgemaakt”, zegt Judicaëlle (10), leerling van de Holy Spirit of Moungali-school in Brazzaville.
Arsène Severin . 30 december 2009
Judicaëlle is een van de ongeveer honderd leerlingen van scholen in de omgeving van de Congolese hoofdstad die les over de bescherming van gorilla’s hebben gehad. In groepjes van vijf, leren ze over gorilla’s en andere grote apen. Laetitia (10) herhaalt wat ze heeft geleerd: “Het is verboden om een gorilla te vermoorden, eten, verkopen, vervoeren of te bezitten.”
Congo kent een aanzienlijke gorillapopulatie. “Deze kinderen zijn degenen die in de toekomst bepalen wat er gebeurt. Daarom vinden we het belangrijk dat ze nu al nadenken over deze vragen”, zegt Virgile Safoula, een van de cursusleiders en secretaris van Environnement Développement des Initiatives Communautaires (EDIC), een ngo in Brazzaville.
De gorilla en de chimpansee zijn te vinden in het regenwoud van Congo-Brazzaville. De derde grote aap, de bonobo, is alleen te vinden in de bergen in het oosten van de Democratische Republiek Congo (DRC), de oosterbuur van Congo-Brazzaville.
Milieuorganisaties en boswachters maken zich zorgen over de activiteiten van stropers en mensen die dichtbij het leefgebied van de apen wonen. Zij zouden veel dieren vangen en doden. Om daar een einde aan te maken, nam de Congolese regering een nieuwe Wildwet aan in 2008. Ook werden in dat jaar beschermde gebieden vastgesteld.
“Mensen kennen de wet vaak niet. Met een speciaal programma willen we ze gevoelig maken voor de regels. Stap voor stap komen we dan op het punt waarop mensen geen gorilla’s meer zullen doden”, zegt Safoula.
Tegelijkertijd werkt Congo aan een project om gorilla’s te herintroduceren in een reservaat in Lésio-Louna, 170 kilometer ten noorden van Brazzaville. Dit reservaat van 170.000 hectare, telt honderd gorilla’s. Sommige dieren werden gered uit de handen van stropers. Veel gorilla’s die op jonge leeftijd gered werden, overleven niet in het wild. “Een derde, ongeveer zestig dieren, overleefde nadat we ze uitgezet hadden”, zegt Luc Mathot, coördinator van het in 1994 gelanceerde Projet Protection de Gorilles (PPG).
In buurland Gabon bestaat sinds 1990 een soortgelijk project. De twee landen telden een populatie van zo’n 100.000 Westelijke laaglandgorilla’s voordat het Ebolavirus toesloeg. Nu zijn er veel minder gorilla’s, maar exacte aantallen kan Mathot niet noemen.
Congo kent een aanzienlijke gorillapopulatie. “Deze kinderen zijn degenen die in de toekomst bepalen wat er gebeurt. Daarom vinden we het belangrijk dat ze nu al nadenken over deze vragen”, zegt Virgile Safoula, een van de cursusleiders en secretaris van Environnement Développement des Initiatives Communautaires (EDIC), een ngo in Brazzaville.
Stropers
De gorilla en de chimpansee zijn te vinden in het regenwoud van Congo-Brazzaville. De derde grote aap, de bonobo, is alleen te vinden in de bergen in het oosten van de Democratische Republiek Congo (DRC), de oosterbuur van Congo-Brazzaville.
Milieuorganisaties en boswachters maken zich zorgen over de activiteiten van stropers en mensen die dichtbij het leefgebied van de apen wonen. Zij zouden veel dieren vangen en doden. Om daar een einde aan te maken, nam de Congolese regering een nieuwe Wildwet aan in 2008. Ook werden in dat jaar beschermde gebieden vastgesteld.
“Mensen kennen de wet vaak niet. Met een speciaal programma willen we ze gevoelig maken voor de regels. Stap voor stap komen we dan op het punt waarop mensen geen gorilla’s meer zullen doden”, zegt Safoula.
Tegelijkertijd werkt Congo aan een project om gorilla’s te herintroduceren in een reservaat in Lésio-Louna, 170 kilometer ten noorden van Brazzaville. Dit reservaat van 170.000 hectare, telt honderd gorilla’s. Sommige dieren werden gered uit de handen van stropers. Veel gorilla’s die op jonge leeftijd gered werden, overleven niet in het wild. “Een derde, ongeveer zestig dieren, overleefde nadat we ze uitgezet hadden”, zegt Luc Mathot, coördinator van het in 1994 gelanceerde Projet Protection de Gorilles (PPG).
In buurland Gabon bestaat sinds 1990 een soortgelijk project. De twee landen telden een populatie van zo’n 100.000 Westelijke laaglandgorilla’s voordat het Ebolavirus toesloeg. Nu zijn er veel minder gorilla’s, maar exacte aantallen kan Mathot niet noemen.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2781 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Interview
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Opinie
-
Wereldblog