Schuldslavernij nog lang niet uitgeroeid

De slavernij werd in Brazilië al in 1888 afgeschaft, maar in afgelegen streken van het Amazonegebied behandelen plantage-eigenaars hun plukkers nog steeds als lijfeigenen. De Braziliaanse regering schat dat in Brazilië nog altijd 25.000 mannen, vrouwen en kinderen als moderne slaven aan het werk zijn. Hoewel de nieuwe Braziliaanse president Luis Inacio Lula da Silva de strijd tegen de slavernij hoog op zijn prioriteitenlijstje heeft gezet, wordt volgens mensenrechtenorganisaties nog altijd laks opgetreden tegen de slavendrijvers. Ook de afhandeling van problemen die in oktober van vorig jaar opdoken in een Belgische plantage in Brazilië, wijst in die richting


In oktober kwam een Braziliaanse plantage die eigendom is van het Belgische bedrijf SIPEF in opspraak omdat er slavenarbeid zou zijn vastgesteld. De zaak kwam aan het licht toen de directie van de Senor-plantage in de deelstaat Maranhao de politie belde om dertig landarbeiders - mannen, vrouwen en kinderen - van de plantage te laten verwijderen. De arbeiders werden van diefstal beschuldigd. Ze kwamen terecht in het Mensenrechtencentrum van de stad Açailandia, waar ze vertelden dat ze als schuldslaven op de plantage hadden gewerkt. Volgens het centrum moesten de arbeiders later elders worden ondergebracht omdat ze bedreigd werden. De zaak leidde uiteindelijk tot een inval in de plantage. De Groep voor Mobiele Belastinginspectie, een speciale eenheid van het ministerie van Arbeid, ontdekte er nog eens tweehonderd landarbeiders die tegen een even mager loon fruit en peper oogstten en hun inkomsten ook helemaal zagen opgaan aan schuldafbetalingen.

Volgens Carmen Bascarán, het hoofd van het Mensenrechtencentrum van Açailandia, werd SIPEF verplicht de tweehonderd landarbeiders van de Senor-plantage een behoorlijk loon uit te betalen, maar werd de firma niet bijkomend gestraft. De werkgever zou de dertig ontslagen werknemers maar een derde van hun rechtmatige loon hebben uitbetaald. Sommigen hielden aan twee jaar arbeid niet meer over dan 130 euro.

François Van Hoydonck, financieel directeur van SIPEF, vertelt een ander verhaal. Volgens hem zijn alle beschuldigingen in verband met schuldslavernij en kinderarbeid die tegen de plantage waren geformuleerd, inmiddels ingetrokken. Zijn firma heeft volgens hem alleen een boete betaald omdat de plantage de veiligheidsvoorschriften in verband met het oogsten van peper niet had gerespecteerd.

In elk geval is de schuldslavernij zeker nog niet uitgeroeid in Brazilië. Arme landarbeiders worden met beloften over een mooi loon meegelokt naar afgelegen plantages in staten als Maranhao en Pará, diep in de Braziliaanse Amazonejungle. Daar rekenen de plantageopzichters hun opeens allerlei kosten aan. Vervoerkosten, de huur voor de hutten of de tenten waarin ze verblijven en zelfs een bijdrage voor het uitlenen van werktuigen worden afgetrokken van het loon van de nieuwe plantagearbeiders. Ze worden bovendien verplicht voedsel en alcohol te kopen tegen forse prijzen in de winkel van de plantage. Op die manier bouwen de arbeiders schulden op die ze met hun magere loon nooit meer kunnen afbetalen. Veel schuldslaven werken tot 16 uur per dag en worden vaak het slachtoffer van fysiek geweld. Ontkomen is moeilijk, want bewakers houden de identiteitspapieren van de arbeiders bij. Als ze toch proberen te ontsnappen, riskeren ze de dood.

De politieke wil bestaat om de slavernij op vier jaar uit te roeien, zegt Sonia Carneiro, een woordvoerster van de Braziliaanse minister van Arbeid, Jacques Wagner. In het eerste kwartaal van 2003 werden al 953 slaven bevrijd, dat is zo’n zestig procent van het totale aantal in 2002. De raids van de speciale eenheid van het ministerie hebben meer succes omdat beter wordt samengewerkt met de parketten en de politie. Een andere maatregel bestaat erin dat landbouwbedrijven die gebruik maken van slaven niet langer leningen kunnen aangaan bij openbare kredietinstellingen.

Maar desondanks blijft het probleem van de slavernij diepgeworteld in sommige sectoren. In de fabrieken die houtskool produceren voor de vijf staalovens van Açailandia, blijft bijvoorbeeld kindslavernij bestaan. De eigenaars ontsnappen aan vervolging doordat ze voortdurend nieuwe beheerders aanstellen, die telkens de aansprakelijkheid kunnen doorschuiven.

Er is ook nog een grote kloof tussen het aantal klachten over slavenarbeid en het aantal opgeloste gevallen. Van de 5.559 mensen die vorig jaar klaagden over schuldslavernij, werd maar dertig procent bevrijd. Geen enkele landeigenaar die schuldig werd gevonden voor slavernij, kreeg een bijkomende straf. Het gevolg is dat vele slavendrijvers volharden, ook na een veroordeling. Sommige landeigenaars werden in de laatste vijftien jaar al tien keer veroordeeld voor slavenarbeid.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.