VN-vrouwen blijven op glazen plafond stoten

De VN proberen een internationale voorbeeldfunctie te vervullen, en dat geldt ook voor gendervraagstukken. De Algemene Vergadering van de VN besliste in 1997 dat de organisatie tegen 2000 evenveel mannen als vrouwen in dienst moest hebben in kaderfuncties. Maar dat doel is nog altijd ver weg.

Begin 2007 bestond 24,7 procent van het VN-personeel op directieniveau uit vrouwen; op de niveaus net daaronder werkte 37,7 procent vrouwen. “Tussen 1998 en 2006 werd de kloof tussen het aandeel van mannen en vrouwen per jaar met iets meer dan een procent kleiner”, zegt Rachel Mayanja, de adviseur Genderaangelegenheden van VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon. “Aan dat tempo duurt het nog tot 2027 tot we een evenwicht hebben op directieniveau.”

Unifem onthoofd

Een samenwerkingsverband tussen een 600-tal vrouwengroepen en niet-gouvernementele organisaties klaagt dat het magere aandeel vrouwelijk beleidsmakers er misschien ook de oorzaak van is dat het Ontwikkelingsfonds voor Vrouwen van de VN (Unifem) geen nieuwe directeur krijgt. De vorige baas van het agentschap, Noeleen Heyzer, vertrok in september. Unifem heeft nog altijd een interim-directeur, Joanne Sandler.

“Er moet nú een benoeming komen”, zegt Ana Agostino, de coördinator van de Feministische Taakgroep van de Global Call to Action Against Poverty (GCAP), een sterke coalitie van niet-gouvernementele organisaties die de rijke landen wil aanzetten meer te doen aan het armoedeprobleem in de wereld.

“Unifem is het enige agentschap dat zich echt om vrouwen bekommert”, oordeelt Agostino. “En het is het enige agentschap dat contact heeft met de vrouwen in de landen waar de VN actief is.”

De vrouwen van de GCAP steunen de kandidatuur van Gita Sen, een docente Bevolkingsvraagstukken en Internationale Gezondheidszorg aan de Amerikaanse universiteit van Harvard die opkomt voor de rechten van vrouwen. Naar verluidt staat Sen op de shortlist van de VN. VN-woordvoerder Farhan Haq zegt dat de selectieprocedure nog niet is afgerond.