'Geweld is diepgeworteld in de geschiedenis van El Salvador'

Hij heeft de bijbel drie keer gelezen, laat hij weten. En hij wil erop wijzen dat leden van jeugdbendes niet alleen slachtoffers maken, ze zijn ook zelf slachtoffer van een systeem van geweld. Een interview met ‘Puppet’ een leider van een van de bekendste jeugdbendes in El Salvador.
Een gesprek regelen met Puppet gaat niet vanzelf. Na een traject van maanden, verschillende mislukte pogingen en veiligheidsmaatregelen die doen denken aan de procedures die tijdens de burgeroorlog (1980-1992) werden gevolgd bij pogingen contact te krijgen met linkse guerrillastrijders, is het dan eindelijk zover. Na een tocht door allerlei straatjes in een niet nader te noemen stad in het westen van El Salvador, volgt een ontmoeting met een van de leiders van Pandilla 18, een van de grootste jeugdbendes in Centraal-Amerika.
Puppets wantrouwen tegenover journalisten droeg bij aan het moeizame traject. Journalisten laten vaak alleen de donkere kanten van de bendes zien, zegt de 28-jarige leider. Misschien wil hij daarom zelf wel journalist worden, zegt hij, zodat hij er iets aan kan doen.
Jarenlang was hij betrokken bij drugshandel en berovingen op grote schaal. “Dat leverde veel geld op en ik kon in mooie auto’s rijden.” Inmiddels houdt hij zich daar niet meer mee bezig, zegt hij. Maar Puppet geeft toe dat bendeleden hun hand niet omdraaien voor afpersing en huurmoorden.
Pandilla 18 en Mara Salvatrucha, de twee grootste jeugdbendes in de regio, ontstonden in de jaren tachtig. Dat gebeurde nadat bijna een miljoen Salvadoranen vanwege de burgeroorlog in hun land naar de Verenigde Staten vluchtten. Ze kwamen vooral terecht in arme buurten in Los Angeles, waar bendegeweld wijdverbreid was. Na het einde van de burgeroorlog zetten de Amerikaanse autoriteiten duizenden bendeleden het land uit, naar El Salvador. Dat land heeft nu een hoger moordcijfer dan tijdens de burgeroorlog.
Puppet is overduidelijk een bendelid. Op zijn armen en borst zijn tatoeages te zien die hem voor de rest van zijn leven als zodanig identificeerbaar maken. Want “je blijft altijd bij de bende horen, ook als je niet meer actief meedoet.” Hij heeft een dochter van vier jaar oud, Puka. En zijn mobiele telefoon is altijd binnen bereik.
Op zijn dertiende werd hij lid van de bende, vertelt hij. “Na het einde van de oorlog deden heel veel jongeren dat. Ik deed het uit nieuwsgierigheid, niet omdat er thuis problemen waren. Mijn familie is altijd achter mij blijven staan, ondanks mijn wilde haren. Ik had goed contact met mijn ouders.”
Waar hield de bende zich destijds mee bezig?
“We beschermden en verdedigden de buurt tegen andere bendes. Die kwamen om te stelen en vielen jongere kinderen lastig. Wij verdienden zo het respect van de bewoners in de buurt. Zij beseften dat wij hen beschermden. Die bescherming kregen ze niet van de politie.”
Hoe verdedigden jullie jezelf tegen die bendes?
“In het begin hadden we geen vuurwapens, alleen knipmessen, kapmessen en knuppels en stenen.”
En jullie deden niet hetzelfde in buurten die onder controle stonden van andere bendes?
“Mij is geleerd dat alleen andere bendes onze vijanden waren. Niet de gezinnen of niet-bendeleden. Daarom groeide onze bende. In onze buurten hoeven mensen niet te betalen voor bescherming. Er is geen diefstal, daar zorgen wij voor.”
Gebruiken bendeleden drugs?
“Drugs - marihuana en alcohol - zijn normaal in deze kringen. Sinds 1995 handelen we in cocaïne en crack. Maar binnen de bende is gebruiken niet toegestaan, omdat het schadelijk is voor je gezondheid. We verkopen drugs om te overleven. De politie heeft ons zelf drugs verkocht. Drugs die elders in beslag waren genomen. Die drugs worden gekocht door advocaten, rechters, ministers en artsen. Door rijke mensen. Ik was een jaar verslaafd aan cocaïne, maar ik realiseerde me dat ik daar vanaf moest. En dat is gelukt. God heeft me geholpen om van de drugs af te komen.”
Als je weet dat cocaïne schadelijk is, waarom verkoop je het dan?
“Dat is nodig om te overleven. Een bendelid krijg nergens een baan. We moeten ook eten, we hebben kleding nodig en onze kinderen moeten naar school.”
Hoe ben je leider van de bende geworden?
“Veel jongeren in de bende luisteren naar mij. Overal waar ik kom, weten mensen dat ik in staat ben ze met veel dingen te helpen. Elk gebied heeft zijn eigen leider. Verhalen over het bestaan van nationale bendeleiders, die in het verleden de ronde deden, zijn belachelijk. Ik word gerespecteerd als leider, misschien omdat ze me van jongs af aan kennen. Vanwege de manier waarop ik met de jongens omga. Ik ben er nooit op uitgeweest mensen in de buurt te schaden. Als je de mensen respecteert, respecteren ze jou. Maar als bendeleden te ver gaat tegenover mensen in de buurt… “
Wat gebeurt er dan?
“Dan praat ik eerst met ze en ik wijs ze erop dat ze zich misdragen. Maar als er al eerder over gesproken is en iemand trekt zich er niets van aan, dan wordt hij gestraft, geslagen. Er zijn regels.”
En in extreme gevallen executie?
“Dat ook. Die regel geldt in alle organisaties in de hele wereld.”
Wat betekent geweld voor jou en voor de andere bendeleden?
“Het is onderdeel van de geschiedenis van El Salvador: huiselijk geweld, kindermisbruik, gebroken gezinnen, geweld door politie en in gevangenissen, psychologische marteling, noem maar op. De overheid doet net alsof alleen bendes gewelddadig zijn. Ik weet van twee bendeleden dat ze gek zijn geworden in de zwaarbeveiligde gevangenis van Zacatecoluca. Dat kwam door de omstandigheden daar. Bij een van de twee ging het zo ver dat jij uiteindelijk zeep at. Wij maken niet alleen slachtoffers, wij zijn ook slachtoffer van een systeem waarin geweld regeert. Alle Salvadoranen hebben in hun leven met geweld te maken.”
Veiligheidsexperts en de autoriteiten beweren dat de bendes veranderd zijn van jongerenbendes in criminele organisaties, nadat de regering van Francisco Flores (1999-2004) een zero tolerancebeleid invoerde. Dat beleid houdt in dat bijvoorbeeld de verdenking van bendelidmaatschap op grond tatoeages, al genoeg kan zijn om veroordeeld te worden.
“Op bepaalde terreinen zijn bendes inderdaad veranderd. Als je je niet meer zomaar op straat kunt vertonen, moet je nieuwe manieren zoeken om te overleven. Als de regering een nieuwe stap zet om de bendes aan te pakken, zetten wij ook een nieuwe stap om ons te verdedigen en te voorkomen dat we opgepakt worden. Bendes zijn niet te stoppen, zelfs niet met doodseskaders. Daarom proberen ze ons nu in verband te brengen met georganiseerde misdaad. Dat geeft ze het groene licht om ons uit te roeien.
We hebben onze structuur gedecentraliseerd en opereren in groepen. De structuur is meer horizontaal geworden. Als we een landelijke bijeenkomst houden, worden alleen de leden die algemene beslissingen kunnen nemen, bij elkaar geroepen. Als een plaatselijke leider het besluit als contraproductief ervaart, is hij niet verplicht zich eraan te houden. Er bestaat autonomie in dat opzicht.”
Ben jij betrokken bij de georganiseerde misdaad?
“Als we onderdeel waren van de georganiseerde misdaad, zouden er niet zoveel bendeleden in de gevangenis zitten. Dan zouden we rijk zijn en de politie zou aan onze kant staan. Net als bij de maffia in andere landen.”
De autoriteiten houden de bendes verantwoordelijk voor het grootste deel van de misdrijven en voor 70 procent van alle moorden.
“Dat is menselijk gezien niet mogelijk. Andere criminele groepen en mensen die misdaden begaan, verbergen zich achter de bendes.”
Hoe zie je je toekomst als bendelid?
“Mijn groep is ontmanteld. De meeste leden zitten in de gevangenis. En als iemand eruit komt, wordt hij vrijwel direct weer opgepakt. Of hij nu wel of niet iets heeft gedaan. Bendeleden worden zonder bewijs vastgezet. Sommige van mijn vrienden waren al jaren niet meer actief in de bende, maar omdat ze in mijn buurt woonden, zijn ze weer opgepakt en tot jarenlange gevangenisstraffen veroordeeld voor misdrijven waar ze niets mee te maken hadden.
Ik wil nu mijn school afmaken en verslaggever worden. Over vijf jaar hoop ik niet in de gevangenis te zitten, maar in een evenwichtige thuissituatie. Ik hoop dat ik werk heb, een nieuw huis en misschien nog een kind. En ik wil er zijn voor mijn dochter Puka.”

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.