Ngo-federaties op zoek naar volwassen 'niet-gouvernementele diplomatie'

Diplomatie is niet langer uitsluitend een zaak tussen overheden. De tijd is rijp voor een volwassen vorm van niet-gouvernementele diplomatie, en daarvoor moeten ngo’s een internationaal orgaan voor collectieve solidariteit oprichten en tot gezamenlijke posities en voorstellen komen. Dat zeggen drie nationale ngo-federaties, die op het Wereld Sociaal Forum een seminarie over het onderwerp inrichten.


Het in Frankrijk gebaseerde Coordination SUD, de Braziliaanse associatie van ngo’s ABONG en het Volunteer Action Network India (VANI) willen de discussie over de doelstellingen en voorwaarden voor toekomstige niet-gouvernementele diplomatie aanzwengelen. Ze doen dat op het Wereld Sociaal Forum dat vrijdag start in het Indiase Mumbai.

De niet-gouvernementele diplomatie trad op het voorplan in 1992, op de VN-conferentie over Milieu en Ontwikkeling in Rio de Janeiro. Daar was er voor het eerst op grote schaal actieve participatie van niet-gouvernementele organisaties (ngo’s), en die trend zou zich later op andere internationale toppen doorzetten.

Al voor diplomaten tegenwoordig plaatsnemen rond een groene tafel, is een onderhandeling gewonnen of verloren in de publieke opinie, zeggen de voorzitter van Coordination SUD, Henri Rouillé d’Orfeuil, en het hoofd van ABONG, Jorge Eduardo Durao, in een gezamenlijk opgesteld document dat als basis voor een WSF-seminarie dient. Dat geldt zowel voor intergouvernementele bijeenkomsten van de Verenigde Naties, de Bretton Woods-instellingen en bijeenkomsten van de G8 als voor niet-gouvernementele bijeenkomsten als het WSF zelf.

De drie organisaties roepen op om grondig na te denken over de voorwaarden om niet-gouvernementele diplomatie effectief te maken. Het gaat niet toevallig om drie nationale ngo-federaties. Ze vinden dat collectieve organisaties op nationaal, regionaal of internationaal niveau nodig zijn voor een daadkrachtige niet-gouvernementele diplomatie. Alleen zulke organen compenseren de zwakke plek van de ngo’s: de onduidelijkheid rond hun legitimiteit en representativiteit.

Nog volgens het document dat op het WSF ter discussie ligt, moeten ngo’s in de nieuwe vorm van diplomatie op vier terreinen vechten. Wat de solidariteit tussen Noord en Zuid aangaat moeten ze ervoor ijveren dat industrielanden 0,7 procent van hun bruto binnenlands product besteden aan ontwikkelingshulp en effectieve stappen zetten om de Millenniumdoelstellingen te verwezenlijken.

In milieuonderhandelingen moeten ze aandringen op de implementatie van de global environment agreements (GEA’s) en de kern van het probleem aanpakken, namelijk de huidige consumptie- en productiewijzen van rijke landen en rijken in de ontwikkelingslanden.

Op het derde terrein, dat van economie en handel, is ontwikkeling de prioriteit, met name de ontwikkeling van de landen die met de meeste economische problemen kampen. In plaats van de versnelling van economische en financiële globalisering, moeten de ngo’s specifieke modellen steunen die een lokaal, nationaal of regionaal ontwikkelingsproces opstarten en geleidelijk sterker worden.

Ten vierde moeten de ngo’s er volgens de ngo-federaties op aandringen dat er basisregels worden vastgelegd voor een democratisch bestuur op internationaal vlak. Ze moeten onder meer opkomen voor een grotere participatie van momenteel ondervertegenwoordigde landen en actoren. Eveneens belangrijk zijn consistentie van internationaal recht en het relatieve belang van sociaal, milieu-, handels- en cultureel recht. Het document verwijst verder naar de kwestie van actoren die de spelregels niet respecteren, zoals terroristennetwerken, en de positie en de rol van middenveldorganisaties in een wereldparticipatieve democratie.

Niet-gouvernementele diplomatie moet niet per definitie tegengesteld zijn aan beleid en acties van overheden, bevestigen de auteurs van de sneuvelnota nog. Dat het WSF dit jaar in Mumbai wordt gehouden, ontsluiert een zekere parallelliteit tussen de niet-gouvernementele diplomatie en de officiële diplomatie van Brazilië, India en Zuid-Afrika, zegt Durao. Deze drie landen richten in juni de ‘Groep van Drie’ op, een alliantie van leiders uit ontwikkelingslanden om hun positie in internationale onderhandelingen te verstevigen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.